De conceptuele kunstenaar Pieter Laurens Mol vereenzelvigt de werkzaamheid van de kunstenaar met het onophoudelijk pogen van de mens om met hemelbestormende ideeën en plannen achter het grote mysterie van het bestaan te komen. In deze grootse onderneming kent Mol zichzelf een bescheiden plaats toe, beseffend dat dit pogen eeuwig gedoemd is te mislukken. Hoogmoed komt voor de val weet hij, en het enige wat hij kan doen is het moment van de val zo lang mogelijk en zo betekenisvol oprekken. Een icarische opgave die hij zich, met milde zelfspot en met behulp van het fijngevoelige instrumentarium van de poëzie, al vanaf het prille begin van zijn kunstenaarsloopbaan heeft gesteld. Mols gevoel voor poëzie en een flinke dosis melancholie komen in zijn werk voortdurend tot uiting. Als kunstenaar levert hij een intense strijd vol relativeringen over het falen en de hoogmoed. Onderwerpen die hij dikwijls in een humoristische vorm naar voor brengt.In het kunstenaarsboek 'Zonder titel, 3 skulpturen 1974-1976' (Breda, eigen beheer 1977 oplage 150 en gesigneerd) bestaat elk van deze sculpturen uit enkele woorden:
- Het fladderen in een te kleine ruimte
- Het schampen van de aardkloot
- Het uitlachen van het heelal
Het zijn slechts woorden, maar wanneer je ze goed op je in laat werken ontstaan er vanzelf beelden. Hier hebben wij te maken met conceptuele sculpturen die in geen andere vorm bestaan dan als teksten in een boekje.
Door de manier waarop hij de cultuurgeschiedenis en zijn Hollandse achtergrond naar zijn hand zet dwingt hij de toeschouwer om zijn oordelen opnieuw te overwegen. Hij kijkt terug naar de kunst- en wetenschapsgeschiedenis en koestert daarbij een speciale belangstelling voor de 16de en 17de eeuw. Mol is niet geïnteresseerd in de historiciteit van het verleden maar vooral in de overdrachtelijkheid ervan. Voor hem is de enige echte tijd de tegenwoordige en daaraan koppelt hij dan elementen die zowel naar het verleden als naar de toekomst verwijzen (bron: Fortlaan17.com).
In het kunstenaarsboek Leonardo da Vinci (In-out Productions Amsterdam 1974 oplage: 150 en blind gesigneerd) staat vermeld: 'Nog een boek over Leonardo da Vinci. Tijdens mijn verblijf in zijn geboorteplaats in augustus 1973, vroeg ik aan de mensen van het stadje Vinci "Leonardo da Vinci'' voor me neer te schrijven. We hebben dit boek samen gemaakt'.
- Het fladderen in een te kleine ruimte
- Het schampen van de aardkloot
- Het uitlachen van het heelal
Het zijn slechts woorden, maar wanneer je ze goed op je in laat werken ontstaan er vanzelf beelden. Hier hebben wij te maken met conceptuele sculpturen die in geen andere vorm bestaan dan als teksten in een boekje.
Door de manier waarop hij de cultuurgeschiedenis en zijn Hollandse achtergrond naar zijn hand zet dwingt hij de toeschouwer om zijn oordelen opnieuw te overwegen. Hij kijkt terug naar de kunst- en wetenschapsgeschiedenis en koestert daarbij een speciale belangstelling voor de 16de en 17de eeuw. Mol is niet geïnteresseerd in de historiciteit van het verleden maar vooral in de overdrachtelijkheid ervan. Voor hem is de enige echte tijd de tegenwoordige en daaraan koppelt hij dan elementen die zowel naar het verleden als naar de toekomst verwijzen (bron: Fortlaan17.com).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten