Posts tonen met het label Agora Studio. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Agora Studio. Alle posts tonen

Ulises Carrión

Ulises Carrión
(bijdrage: Stempelkunst in Nederland)
De Mexicaanse schrijver en beeldend kunstenaar Ulises Carrión, die zich ook met mail art en stempelkunst bezighield, heeft in 1975 voor het eerst in een essay "de nieuwe kunst van het boekenmaken" gedefinieerd. Deze is gepubliceerd in de kunsttijdschrift Kontexts 6 & 7. In een puntsgewijze opsomming van het belang van kunstenaarsboeken stelt hij vast dat in deze nieuwe kunstvorm elk boek op een ander manier gelezen moet worden en dat men met het lezen kan ophouden als men de hele structuur van het boek begrepen heeft: ‘Een boek kan het toevallige omhulsel zijn van een tekst, waarvan de structuur niet van betekenis is voor het boek: dit zijn de boeken in boekwinkels en bibliotheken. Een boek kan ook bestaan als een autonome en onafhankelijke vorm met daarin wellicht een tekst die de vorm benadrukt, een tekst die er een wezenlijk onderdeel van is: hier begint de nieuwe kunst van het boekmaken' (uit: Metroplis M, Tatatá tatatatá ta Ulises Carrión van Other Books and So).

Carrión heeft er een solotentoonstelling en geeft onder de naam In-Out Productions gestencilde kunstenaarsboekjes uit. Het eerste boekje dat hij publiceert is Sonnet(s) (1972). Het bestaat uit 44 keer hetzelfde sonnet, dat hij steeds enigszins verandert. De richting van de veranderingen wordt aangegeven in de opeenvolgende titels, te beginnen bij Borrowed Sonnet en via typografische bewerkingen als CAPITAL SONNET, Underlined sonnet, ‘tennos derorriM’, naar het laatste Famous sonnet, dat zijn roem aan deze publicatie te danken geeft. De veranderingen zijn soms geestig, maar zeggen ook veel over de soms minimale codes die de taal beheersen, zoals de opbouw van een syllogisme, het hoofdlettergebruik in het Duits en het nut van aanhalingstekens of asterisken.




Ulises Carrión
(fragmenten uit: Arguments)
Bij de uitgever Beau Geste Press in Cullompton verschijnt in 1973 Arguments (oplage 400 ges.), Carrións eerste in offset gedrukte boek. Hierin beschrijft hij in 25 ‘hoofdstukken’ allerlei menselijke verhoudingen door alleen namen te gebruiken die hij in een veranderende typografische relatie zet. De namen naderen elkaar, smelten soms samen en nemen weer afstand. Het boek eindigt met de vraag: 'My name is Ulises. What's yours?' Arguments is een sublieme uitwerking van de stelling die hij in hetzelfde jaar publiceert: 'Alles wat bestaat zijn structuren. Alles wat gebeurt zijn metaforen. Elke metafoor is een ontmoetingspunt van twee structuren'. In een interview met de Amerikaanse kunstenaar Jan van Raay maakt hij in 1979 duidelijk dat hij taal al jarenlang niet meer gebruikt zoals hij dat daarvoor als schrijver deed, maar de taal gebruikt als beeldend kunstenaar, als grafisch element, volume of kleur: 'Ik noem mijzelf geen schrijver, omdat ik taal […] gebruik vanuit een niet-taalkundig oogpunt, maar ik beschouw mijzelf als een schrijver in de zin dat mijn werk een bijdrage levert aan de taal'. (uit: Jan van Raay, ‘End of an Era?’, in: Artzien, januari 1979).

Andere kunstenaarsboeken zijn:

- Sonnet(s) (1972)
- Amor, la palabra (1973)
- Looking for poetry - Tras la poesia (Beau Geste Press 1973)
- Tell me what sort of wallpaper... (In-Out Productions Amsterdam 1973 oplage 50 gen.)
- Dancing with you (In-Out Productions Amsterdam 1973 oplage 100 gen.)
- Conjugations (Love Stories) (Exp/press Utrecht 1973 oplage 250 gen.)
- Margins (Brummense uitgeverij van luxe werkjes Brummen 1975 oplage 36 gen. ges.)
- 6 Plays (Kontexts Publications Amsterdam 1976 oplage 100 gen.)
- Ine ksiazki (1977)
- Box Boxing Boxers (1978)
- O Domador de Boca (i.s.m. Ivald Granato) (Massae Ohno Editor Sao Paulo 1978)
- The Muxlows (Verlaggalerie Leaman Dusseldorf 1978 oplage 300)
- Rubber Bulletin No. 6 (Stempelplaats Amsterdam 1978)
- Ephemera No. 7 (Other Books and So Amsterdam 1978)
- Mirror Box (Stempelplaats Amsterdam 1979)
- Rubber Bulletin Vol. 2 No. 8 (Stempelplaats Amsterdam 1978)
- From Bookworks to Mailworks (1978)
- Van kunstenaarsboeken tot postkunst (1978)
- Mail art and the big monster (1979)
- Rubber Stamp Books (1979)
- Anonymous Quations (VOID Distributors Amsterdam1979)
- In alphabetical order (Cres Publishers Amsterdam 1979)
- Second thoughts (VOID Distributors Amsterdam 1980)
- Names And Adresses “verbal, visual, and aural works 1973-1980” (Agora Studio Maastricht oplage 200)
- Gossip, scandal, and good manners - roduel, schandaal, en goede manieren (Stichting de Appel Amsterdam 1981 oplage 200)
- Verzamelde werken 1980-1 (Galerie da Costa Amsterdam oplage 15)
- T.V. Tonight Video (1987)
- For fans and scholars alike (Visual Studies Workshop Press, Rochester, N.Y. c1987 oplage 200)

In Carrións boeken en projecten wordt op bijzondere wijze een kille, zakelijke structuur voorzien van een emotionele en metaforische inhoud en vormgeving. Zo verhalen zijn gortdroge opsommingen in Arguments over het wel en wee van de liefde. Zijn verhouding met de lezer  ̶  die hij vaak direct toespreekt in het boek  ̶  is persoonlijk en intiem (uit: Metroplis M, Tatatá tatatatá ta Ulises Carrión van Other Books and So).


Ulises Carrión
(omslag en fragment uit: Looking for poetry)

Raul Marroquin


Raul Marroquin
(Voor en achterkant omslag How?)

Raul Marroquin (fragment uit: Kontexts 6 & 7 1975)
Raul Marroquin studeerde aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, toen hij met video begon te werken. Massacommunicatie speelt een belangrijke rol in zijn werk. Zijn eerste videowerken vanaf 1972 zijn registraties van het gebruik van moderne communicatiemiddelen zoals telefoon, radio en televisie. Dat deze geavanceerde hulpmiddelen het gebrek aan wezenlijke communicatie vaak verhullen, komt daarin duidelijk naar voren. Ook gebruikte hij video in die periode om alledaagse situaties vast te leggen en zo te laten zien dat dit medium niet alleen voor zogenaamd gewichtige zaken bedoeld was. De vervorming van informatie bij het overbrengen ervan en de daarbij behorende consequenties stonden centraal in zijn werk.

Bij Agora Studio in Maastricht ging men uit van het idee dat kunstuitingen ontstaan, onafhankelijk van geografische of historische aanleidingen. Met name de opzet van de Fluxus-beweging en de conceptuele kunst beantwoordden aan deze gedachtegang. Binnen de Agora Studio was speciale aandacht voor de mediakunst. De doelstellingen van Agora Studio en de ideeën van Marroquin bestond een grote verwantschap. Marroquin maakte in 1975 een reeks interviews op video met kunstenaars als Joseph Beuys en Michael Cardena. Tussen 1972-1974 richtte hij de stichting Mad Enterprizes Inc. op. In die tijd ging hij met Agora Studio een samenwerkingsverband aan (Stokvis). Marroquin heeft verder, samen met Marjo Schumans en Anton Verhoeven het tijdschrift Fandangos in 1973 opgericht. Fandangos startte als een project van Marroquin toen hij student was aan de Jan van Eyck Academie. Inhoudelijk publiceerde Fandangos werken van kunstenaars uit diverse, nieuwe kunststromingen van die tijd: Fluxus, conceptuele kunst, concrete en visuele poëzie, Body Art, Mail Art, performance.

Het kunstenaarsboek How? (Beau Geste Press/Mad Enterprizes Inc. en uitgegeven door Agora Maastricht 1974) heeft een hoog Fluxus gehalte: het is onduidelijk of het serieus moet worden genomen of niet. Het is sociaal gericht. De realiteit van het dagelijks leven (zowel handelingen als voorwerpen) is interesanter dan kunst. How? Een aantal voorbeelden: How to arm a fire brigade? Give them water pistols. How to make the public yell at a horror film? Explode a paper bag at the climax of the picture. En zo zijn er nog elf tips. De tekeningen zijn verzorgd door Anton Verhoeven, de foto's zijn gemaakt door Rod Summers en de lay-out is van Marjo Schumans.

Andere kunstenaarsboeken van Marroquin zijn:

Body Monuments Inc. Jan van Eyck Academie Maastricht z.j. (oplage 1.000)
Quick as a bunny! IAC nr.47 Friedrichsfehn z.j. 1974
First Aid in Communications (Jan van Eyck Academie 1972 oplage 500)
International Onomatopeya (Jan van Eyck Academie Maastricht 1972 oplage 100)
Phonomimic performances (1974-1975) Mad Enterprizes Inc. Maastricht z.j. (oplage 1000)
Changing personalities (samen met Anton Verhoeven) Mad Enterprizes Inc. Maastricht 1974 (oplage 1000)

Raul Marroquin
(fragment uit: How?)

Nikolaus Urban


Fragmenten uit: performace 7.6.1977, Arnhem

Als een van de eerste in Nederland organiseerden De Appel in 1976 een festival met performancekunst onder de titel 'Hollandse week'. Twaalf Nederlandse en in Nederland wonende kunstenaars werden uitgenodigd om een performance te komen houden. Onder de deelnemers bevonden zich Harrie de Kroon, Nicolaus Urban, A. Swagers, Hans Eijkelboom, Robert Malasch, Marjo Schumans, Michel Szulc Krzyzanowski, Raul Marroquin, Wally Stevens, Sef Peeters, Pieter Mol and Nan Hoover.
Nikolaus Urban
(uitnodigingskaart: Parrot Training met op de achterkant
een tekst van Wittgenstein: "Wovon man nicht sprechen kan,
daruber muss man schweigen".)

Een belangrijk thema in het werk van de Hongaar Nikolaus Urban is communicatie. Sinds hij in 1974 in Nederland vestigde, werkte hij dit gegeven gedurende enige jaren uit in performances, waarin een belangrijke rol was weggelegd voor het participerend publiek. Een van zijn eerste optredens in Nederland vond plaats in het kader van de 'Hollandse week' in 1976. In die week probeerde hij tevergeefs een papagaai een tekst van Wittgenstein te laten uitspreken in Parrot Training. Dit in aanwezigheid van het publiek, dat aan de training mocht deelnemen. Helaas zonder resultaat.

De performances liet hij vastleggen op foto's, waaraan hij achteraf een tekst toevoegde waarin het concept ter sprake kwam. Dit komt ook tot uiting in het kunstenaarsboek performace 7.6.1977, Arnhem, uitgegeven door Cres publishers Amsterdam. Andere kunstenaarsboeken zijn Sweet book, z.j. (oplage 10) en Performances 1975, Maastricht Agora Studio & Jan van Eyck Academie, 1976 (oplage 500 waarvan 100 gesigneerd).



Milk event
Invalid chair

Blind & deaf event

In de publicatie Performances 1975 zijn 5 performances weergegeven:

- Milk event (was performed at 17.5.1975, Agora Studio: 'I poured a pail of milk on the floor. I walked trough it, then i lay on the ground and lapped it up'.

- Concert for stringed violins with the participation of a musician (Assistance by two art directors): the concert was performed at 27.9.1975, Art Information Festival, Middelburg

- Invalid chair (was performed at 3.9.1975, Birmingham of Performance Art): 'I spent the day in a wheel chair - it was the part of a performance festival in Birmingham. I rolled around in the downtown area, was in restaurants... The people were very helpful...'

- Blind & deaf event (was performed at 3.9.1975, Birmingham of Performance Art)

- Camera event (was performed at 4.10.1975, New Reform, Aalst, Belgium)

Agora Studio en De Appel arts centre



Aankondiging en fragmenten uit: Pelotas van Johan Cornelissen
Jan van Eyck academie Maastricht 1977

Buiten Amsterdam (Ulises Carrión) verschenen vooral in Maastricht verschillende kunstenaarsboeken die op de Jan van Eyck academie werden gedrukt. Van o.a. Rod Summers (Mail project z.j., Poems '68-'72 z.j. en Influence '43-'75 z.j.) en Servie Janssen (Dimensies van stilte en mythe 1974, Platmond 1975, Project in 'de Appel' 1978). In Maastricht bevond zich tevens de ‘Agora Studio’ een activiteitencentrum dat de beeldende kunst als uitgangspunt nam en in 1972 werd opgericht door Theo van der Aa en Ger van Dijck. Zij organiseerden hier tentoonstellingen, lezingen, politieke acties en film- en diavertoningen. Daarnaast gaf het centrum het tijdschrift Fandangos uit en publiceerde het een serie boeken van onder andere Ulises Carrión, Nikolas Urban, Marjo Schumans (Outlines 1974), Johan Cornelissen (Pelotas, R.G.S.) en de Mexicaanse kunstenaar en uitgever Felipe Ehrenberg. Agora werkte nauw samen met de Jan van Eyckacademie. De doelstellingen van het centrum waren verwant aan de fluxus-mentaliteit: niet kunst om de kunst maar een samengaan van kunst en leven. ‘Agora’ vervulde een schakelfunctie binnen een internationaal netwerk van gelijkgestemde ondernemingen wat ervoor zorgde dat het centrum ook door veel buitenlandse kunstenaars werd bezocht (Van der Zwaag).

Bij Agora Studio ging men uit van het idee dat kunstuitingen ontstaan, onafhankelijk van geografische of historische aanleidingen. Met name de opzet van de Fluxus-beweging en de conceptuele kunst beantwoordden aan deze gedachtengang. Beide stromingen maakten gebruik van moderne media en bestaande communicatienetwerken om historische en geografische grenzen te overschrijden. Vanuit de door deze stromingen gecreeerde situatie wilde Agora Studio verder gaan. Dit mondde uit in speciale aandacht voor de mediakunst binnen Agora Studio. Met Agora Studio was weer een instelling ontstaan waar videokunstenaars voor de realisatie van hun projecten terecht konden (Stokvis).

Omstreeks 1975 kreeg de videokunst in Nederland een nieuwe impuls door de oprichting van De Appel Amsterdam in 1975. Over een periode van vijf jaar zou De Appel zich profileren als internationaal podium voor conceptuele kunst en performances. Veelal werden performances op video vastgelegd. Van de performance en conceptuele kunstenaars die met video werkten, ontwikkelden enkelen zich tot kunstenaars die het gezicht van de Nederlandse videokunst zou gaan bepalen. Dit waren Elsa Stansfield en Madelon Hooykaas, Bert Schutter en Daniel Brun. Stansfield en Hooykaas werkten sinds 1972 samen als 'White Bird'. Zij hebben ook kunstenaarsboeken vervaardigd:

- 5 video environments (Maastricht, Agora Studio 1979),
- The lines of his hand, fragments from a videotape (Utrecht, Gamm(a) gammagazine 7 1978)
- Transposed Environment pdf.file (Cres Publishers, 1980).
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...