|
Servie Janssen
(omslag Dimensies van Stilte en Mythe ) |
|
Servie Janssen (fragmenten uit:
Dimensies van Stilte en Mythe) |
Servie Janssen studeerde o.a. aan de Jan van Eyckacademie in Maastricht.
Janssen behoort tot de generatie van Nederlandse performance-artiesten die internationaal succesvol waren in de late jaren zeventig (o.a. Marina Abramovic, Gerrit Dekker en Ben d'Armagnac). Janssen gebruikt zijn eigen lichaam om fysieke functies en grenzen te verkennen (acting art: omgaan met kunst met in de hoofdrol de kunstenaar zelf ). Geïnspireerd door zijn reizen en niet-westerse culturen gaat hij met zijn rituelen door totdat zijn lichaam dit kan volhouden. Zijn werken tonen een diepe reflectie van spanningsveld tussen weloverwogen gedachten en spontane creatieve handelingen. Geluid en taal zijn belangrijk in zijn werk. Zijn registraties van handelingen en acties in het atelier, laten experimenten zien die de mogelijkheid van beeldend vertellen, de narratief zelf, centraal stelt op poëtische wijze. In de periode van 1972 tot 1978 maakte hij rond de 15 zwart-wit banden. Na 1978 heeft de kunstenaar -uitzonderingen daargelaten - zich verwijderd van het medium video als beeldend instrument. Daarna maakte de Servie Janssen installaties waarbij hij ook publiekelijk teksten van hemzelf ten gehore bracht. Janssen doceerde ook aan de Academie Minerva in Groningen.
Omslag en fragment uit: Platmond
Janssen realiseerde sinds 1975 verschillende kunstenaarsboeken in eigen beheer en in oplagen. Zo stelde hij een aantal boeken samen, het eerste
Dimensies van Stilte en Mythe in 1974, toen hij zijn periode aan de Jan van Eyckacademie afsloot. Dan blijkt ook taal voor hem een belangrijk uitdrukkingsmiddel. Het kunstenaarsboek (oplage 250 Maastricht) is gevuld met een stroom woorden en een stroom beelden, zoals hij zegt: 'dit werkboek wil een reflectie zijn van de chaos, de illusie en mythe van de creativiteit, om aan te tonen dat de verbeelding een dogma overstijgt en als bijdrage aan de zinsbegoochelende krachten die werkzaam zijn in de verwondering'. Met elkaar vullen woord en beeld zijn'Empty Stage', het lege podium waarmee het boek opent. Ook het kunstenaarsboek
Platmond (Maastricht 1975 oplage 50 en gesigneerd) is een reflectie van zijn chaos uitgebeeld in woorden en gedichten, zoals hij zelf in het boek verwoord als de 'dagaantekeningen 1e tot en met de 6e maand van 1975'.
Fragmenten uit: Performance 15 10 78 Arnhem
Het kunstenaarsboek
Performance 15 10 78 Arnhem (oplage 330 Nijmegen 1978) is gebaseerd op een performance (kantelen), gehouden in Arnhem in 1978 in Theater a/d Rijn (video, 39′45″). Hij brengt een houten wand omhoog en houdt deze recht overeind. Balancerend door druk en tegendruk uit te oefenen blijft hij tot 10 minuten staan. Het publiek bestaande uit 80 à 90 bezoekers dat bij binnenkomst de 2 recorders passeert, ziet aan het einde van de zaal de opstaande wand die de 3 lichtbronnen afschermt. De eigenlijke handeling begint wanneer de performer zichzelf, samen met de wand, in de richting van de lampen voorover laat vallen en op het meelvlak neerklapt. Het meel stuift in een cirkelende beweging op in het licht en vult langzaam de ruimte. Hij blijft liggen tot na 1.5 minuut het geluid van de val opnieuw door de luidsprekers klinkt. (Dit gereproduceerde geluid van de eerste val wordt op zijn beurt opgenomen en herhaalt zich voortdurend). Vervolgens draait hij zich om op de liggende wand, zodat hij met zijn hoofd naar de zaal komt te liggen. Vanuit deze positie brengt hij de wand omhoog en schermt zo het licht af van het publiek, houdt de wand in evenwicht en valt voorover op de ribbenkant van de wand op de vloer. Dit proces van vallen en kantelen, wand omhoog brengen, druk en tegendruk uitoefenen herhaalt hij vijf keer totdat de andere kant van de zaal is bereikt. Daarna legt hij het hetzelfde traject in omgekeerde richting af en nog eenmaal bijna heen en weer. Zijn onderarmen zijn in bandages gewikkeld om elke val enigszins te breken. Met steeds kortere tussenpozen en in hogere frequentietonen worden de geluiden in de ruimte teruggebracht, totdat een ononderbroken hoge gierende toon ontstaat, dat door een helper wordt gereguleerd en in toom gehouden. De gebeurtenis stopt op het moment dat de performer de macht over de wand verliest en deze uit zijn handen valt. Hij heeft de houten wand dan op beschreven wijze ongeveer 20 keer gekanteld. De hele ruimte is gevuld met fijne meeldeeltjes die de bandrecorders bedekt en de drie halogeenlampen in een waas hult.
|
Servie Janssen performance Hengelo 22 8 79 |
In 1979 was Janssen in Hengelo bij de manifestatie ‘Beelden,installaties, performances’ met o.a. een project waarbij hij de fysieke aspecten van het vormgeven centraal stelde. Met zijn gehele lichaam en alle kracht daarin aanwezig ging hij een matras en een wand van blokken klei te lijf. Een groot aantal aspecten van de beeldhouwkunst werd in die performance voelbaar. De ontmoeting van mens en materie. De kunstenaar die zijn denkkracht en lichaamskracht inzet, de materie die weerstand biedt en zijn eigen specifieke kenmerken behoudt. Bij het zien van dat zich vele malen herhalende proces komt onwillekeurig de eeuwenoude geschiedenis van onze beschaving in beeld: de bouw van de piramides bijvoorbeeld. Als ik de foto’s nu bekijk treft me dat steeds weer: die heroïsche strijd die de kunstenaar levert in het vinden van een vorm voor zijn ideeën en het temmen van zijn materiaal. Dit alles is prachtig vastgelegd in het kunstenaarsboek Servie Janssen performance Hengelo 22 8 79 (Nijmegen 1979 oplage 200).
Waypassenger
Vanaf 1977 tot 1983 werkte Janssen nauw samen met stichting De Appel te Amsterdam, hij trad als performance-kunstenaar regelmatig op in binnen en buitenland (Lyon, New York, Antwerpen, Warschau). Een aspect daarvan, het onderweg zijn, is door Janssen tijdens een performance voor Nijmeegse studenten, als volgt onderzocht. Twee sprekers lazen om beurtelings gedurende 40 minuten 37 korte door hem geschreven teksten, die door Stichting De Appel in Amsterdam zijn uitgegeven. Als een objectivatie van zijn eigen emoties klonken de door onbekende gereciteerde door hemzelf in het Engels geschreven teksten door de grote leeg gehouden ruimte. Hij blies, kruipend over de vloer, heel langzaam in een meellijn voor zich uit wegstuivend, af en toe onderbroken door geluid dat leek op seinsignalen. Gefascineerd door het idee van een Noordland, als werkstuk of environment heb ik hem onlangs voorgesteld het gevoel daaromtrent het iets voelen voor het noorden een naam te geven, kortom het land te noemen Northfeelland, afgekort NFL. Het is een niet bestaand land, noordelijk gelegen, op de kaart boven links van het midden, waarvan de aantrekkingskracht uitgaat als van een magnetische Noordpool op het kompas. Sporen van een reis en van menselijke aanwezigheid zouden in Northfeelland net als sporen van natuurelementen als sneeuw voor de zon verdwijnen en een kringloop beginnen. Blijvend is de romantische verwachting dat ergens een door noorderlicht verschoond gebied zou bestaan waar evenwicht en vrijheid te vinden zijn. Wanneer je echter op het witte vlak verdwaalt, loop je -volgens een natuurwet, de zwaartekracht (N 4)-, in een cirkel rond. Deze vicieuze cirkel kan slecht door fantasie en creativiteit worden doorbroken. Tijdens de imaginaire reis is de kunstenaar een vrij man;
een waypassenger, dus een aan tussenstations opgenomen of uitgelaten passagier. De reis gaat figuurlijk verder; de passagier stapt in en uit en misschien vertelt hij enkele grappen. Northfeelland verschijnt aan de horizon. Ernst wordt bevrijd door humor (tekstpublicatie: István. L. Szénássy uit een catalogus uitgegeven als kunstenaarsboek
Waypassenger Northfeelland (NFL) : acting art featuring Servie Janssen Bonnefanten Museum Maastricht 1978).
In de benedenruimte van De Appel in Amsterdam heb ik gewerkt aan de 'performance'; 'wilfeiten en intuitie'. Begonnen in een lege ruimte wilde ik zo open mogelijk - vanuit die situatie - een konfrontatie met publiek. Ik wilde voorkomen dat een 'uitgedacht verloop' van de gebeurtenis de meest aktuele gevoelens zou uitschakelen. Het innerlijke proces van het denken daarover - de buigzame lijn - wilde ik parallel hebben met de uiteindelijke manier waarop en waarmee ik zou gaan werken (uit Kunstenaarsboek
Project in 'de appel' Nijmegen eigen beheer 1978 (oplage: 300).
Voor de andere kunstenaarsboeken klik op:
kunstenaarsboeken van Servie Janssen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten