Schilderen als performance: Michel Cardena

Omslag: Black and white and sometimes colorfoul no. 2 (foto: I am waiting for you)



Fragmenten uit: Black and white and sometimes colorfoul no. 2
Nederland was tijdens de jaren zestig en zeventig een internationale aantrekkingspool voor kunstenaars. Zo stichtte de Colombiaanse kunstenaar Michel Cardena samen met Sigurdur Gudmundsson, Pieter Laurens Mol en Ulises Carrión in 1972 het In-Out Center aan de Reguliersgracht in Amsterdam. Een kunstenaarscoöperatieve met een eigen galerie, dat tot 1974 een levendig bestaan leidde. Hij maakt er verder kennis met Kristján Gudmundsson, Hetty Huisman, Raul Marroquin en John Liggins, die er deel van uitmaken. Cardena had een enorme bagage aan kennis over de nieuwe ontwikkelingen in de kunst. De grensoverschrijdende gebeurtenissen waren belangrijke impulsen voor de ontwikkeling van body art, performance en andere nieuwe kunstvormen in Nederland. Na zijn aankomst in 1962 in Nederland nam Cardena in 1964 -1965 deel aan de grote tentoonstelling "Pop Art en Nieuw Realisme" in Den Haag, Brussel, Wenen en Berlijn. In 1969 was hij een van de 10 kunstenaars die uitgenodigd werden voor een serie culturele avonden in Kasteel Drakesteyn, georganiseerd door Prinses Beatrix en Prins Claus. De performance die door hem werd uitgevoerd heet "Symfonie voor zeven obers". De performance werden uitgevoerd door Prins Claus, zijn secretaris, Wim Beeren, Marinus Boezem, Ad Dekkers, Jan Dibbets en Peter Struycken. Ook werd de wand van kasteel Drakensteyn met "chauffages" verwarmd.

Warmte heeft in het werk van Cardena altijd een belangrijke rol gespeeld. Warmte als beeldend element. In fluxusachtige happenings verwarmde hij de Mont Blanc, Mondriaan en de Reguliersgracht en maakte objecten met ingebouwde verwarmingselementen. Sinds 1971 werkt Cardena met video vanwege de nieuwe mogelijkheden die het bood. Hij opereert onder de naam "Cardena Warming up etc. etc. etc. Company". Aanvankelijk waren de videotapes van Cardena registraties van performances waarbij met behulp van de camera de aandacht van de kijker gestuurd kon worden. De performances behandelden steeds hetzelfde thema: het verwarmen van mensen of objecten. Het waren pogingen om de kille afstandelijkheid die hij in de Nederlandse samenleving ervoer te doen wegsmelten. Later ging Cardena de verworvenheden van de videotechniek steeds meer incorporeren in zijn werk. Naast werkstukken die vooral een realisatie waren van een concept, begon Cardena verhalende tapes te maken.

Een eigen publicatie van Cardena, genaamd Black and white and sometimes colorfoul no. 2 (Amsterdam 1980), bestaat uit 14 dubbelgevouwen en samengebonden A4'tjes. Deze kunstenaarspublicatie is verschenen naar aanleiding van de performances "Black and white and sometimes colorfoul no. 2" en "Peaceful new year, 108 years after Bertrand Russel", beide in 1980 uitgekomen en die uitgebreid worden beschreven. De publicatie bestaat verder uit artikelen uit Documenta 6 over videokunst, een interview met Wies Smals uit 1980 en twee performances ("My name is beautiful" uit 1978 en "I am waiting for you" uit 1979).

Een cryptische omschrijving in een aantal kranten in 1979: "Ik wacht op jou, vanavond tussen 10 en 11 uur in de lobby van het American Hotel. Cardena Warming up etc. etc. etc. Company". De 150 lezers die een kijkje gingen nemen troffen daar Cardena aan, gezeten tussen drie monitoren met beelden van handen. Handen van wachtende mensen. Na een uur pakte Cardena zijn spullen bij elkaar en vertrok. "Ik na absoluut niet tegen wachten. Deze performance heb ik vooral bedacht om van dat trauma af te komen. In plaats van uitnodigingen te versturen heb ik advertenties geplaatst, om van de sfeer van musea en galleries, met altijd dezelfde mensen, af te komen".

In het interview met Wies Smals gaat het o.a. over de live video performance "Black and White and sometimes Colorful". Hier bracht Cardena de bewegingen van twee dansers, één in een cirkel, de ander in een vierkant, op een monitor bij elkaar. Meer dan een registratie van de bewegingen van de dansers was het een toevoeging daarop. Een realisatie van een proces waarbij een verandering van vorm, kleur en ritme plaatsvindt. Schilderen als performance. Het is volgens Cardena: "a stylised view of life".

Uitnodigingskaart
"correction of a catachresis"
1973-1976

Uitnodiging "25 caramboles and variations"
(foto: De Appel Amsterdam)

Dick Elffers en Bert Schierbeek

Linnen omslag van: Op de bodem ligt lettergraniet en spreekt klare taal
Samen met de schrijver Bert Schierbeek maakte Dick Elffers het kunstenaarsboek Op de bodem ligt lettergraniet en spreekt klare taal (Amsterdam, Bijenkorf Beheer, 1970 oplage 250 gen./ges). Gevarieerd zwart en lichtoranje gedrukt, afgewisseld met teksten en gedichten van Schierbeek op transparant papier. Een creatie van een samenspel tussen woord en vorm. Dit boek is ter gelegenheid van het eeuwfeest van Bijenkorf Beheer NV te Amsterdam uitgebracht: "Van de bijlage bij het jaarverslag ter gelegenheid van de aanvang van de tweede eeuw van ons concern lieten wij een speciale genummerde editie verschijnen... Dat niet alleen de welvaart maar ook het welzijn van het individu ons wel degelijk ter harte gaat moge blijken uit beeld en tekst waarin kunstenaars Elffers en Schierbeek zich hebben uitgedruk".

Hierin is sprake van letters die als als beeldend element worden gebruikt. Ook wel typografiek genoemd. Belangrijk in de typografiek is het beeldevenwicht. Het evenwicht dat in goede letterontwerpen aanwezig moet zijn, zonder dat de lezer zich het iedere keer dat hij een tekst ziet en leest bewust is. De verhoudingen tussen rechte lijnen en rondingen, de opmerkelijke kromming van de buik van bijvoorbeeld de letter a in de onderkast of de ingewikkelde kronkel van de g en nog meer in het & teken. Elffers drukte de bladen in deze uitgave met grote massieve letters. Het oorspronkelijke letterbeeld is echter niet meer te herkennen. Het zijn geheime symbolen en tekens. De herkomst van de beelden is in de titel onthuld en valt voor de kenner van de verschillende lettertypes nog wel te herleiden. Het zijn grafische beelden die ook met andere middelen tot stand hadden kunnen komen. Een enkele keer verwijst de tekst naar lettertekens: "in de kringloopzien wij de stad der blindengebouwd in geheimschriftrond".









Fragmenten uit: Op de bodem ligt lettergraniet en spreekt klare taal

Jean-Paul Vroom







Omslag en fragmenten uit: He - Visual Information About A Human Being
De Canadese wetenschapper Marshall McLuhan verwierf bekendheid in de jaren zestig zijn baanbrekende geschriften over de impact van de (massa)media op het menselijk bewustzijn. Hij beweerde dat de media een verlenging zijn van de menselijke zintuigen die zowel het individu als de maatschappij in een eigen overtuigende manier beïnvloeden. Hij verdeelde de media in 'hot' (met hoge intensiteit, zoals radio en film) en 'cool' (lage intensiteit, zoals telefoon en televisie). Zijn kernbewering: Om de huidige wereld te begrijpen dient men de media te begrijpen. Volgens hem wordt de geschiedenis geschreven door de media. Hij beschouwde de technologische evolutie, en vooral de nieuwe vormen van communicatie, als de voornaamste drijfveer achter de geschiedenis van de mensheid. Global village (mondiaal dorp) is een door Marshall McLuhan (The Gutenberg Galaxy, 1962) bedachte term die de trend beschrijft van massamedia die de tijds- en plaatsbarrières van de menselijke communicatie steeds meer wegneemt, waardoor mensen op een mondiale schaal kunnen communiceren. De wereld is zogezegd in een dorp veranderd. Veel mensen zien het Internet en het World Wide Web als de daadwerkelijke voltrekking van de global village.

De schilder, graficus, cineast, fotograaf en graveur Jean-Paul Vroom maakte vanaf 1945 illustraties voor bibliofiele uitgaven, die hij deels in eigen beheer uitgaf (onder andere werk van Daudet en Hugnet). Les Cenci was zijn eerste opdracht. In Nederland kreeg hij bekendheid door illustraties en typografie voor de uitgaven van Stichting De Roos. Ook werkte hij samen met Bert Schierbeek. Voor zijn kunstenaarsboek De blinde zwemmers (Den Haag Boucher 1955) maakte Vroom 57 gravures. Hij werd in de jaren zeventig bekend als decor- en kostuumontwerper voor choreograaf Hans van Manen, voor wie hij abstracte decors met neonlicht en film maakte.

Deze veelomvattende kunstenaar komt met een verassend kunstenaarsboek, genaamd He - Visual Information About A Human Being (Amsterdam, Scientific Publishing Corporation. 1969). Deze uitgave is zijn reactie op de theorieën van McLuhan. Hierin zijn foto's gemaakt door Wim Davids opgenomen van het lichaam van Vroom. Hij refereert hierin naar een tekst van McLuhan uit The Gutenberg Galaxy: Human Being: "When technology extends one of our senses a new translation of culture occurs as swiftly as the new technology is interiorized". Waarop Vroom schrijft:

this is

YOUR body

YOUR eyes

YOUR ears

YOUR hands

YOUR mouth

YOUR nose

art and science cannot exist but in minutely organized
particulars - sight, hearing, touch, taste, smell.

art never espresses anything but itselfs.

art knows no adjective which cannot also be applied
to the human body.

if man creates art,
he is more important than art.

art arose out of the awareness of our senses.

Laatste fragment uit:
He - Visual Information About A Human Being

Achterkant omslag:
He - Visual Information About A Human Being

Het naakte meisjesalfabet van Anthon Beeke



 
Alphabet (katern, katern één keer opengevouwen en katern 3-delig: geheel opengevouwen)

De Nederlandse grafische ontwerper Anthon Beeke was tijdens het directoraat van Wim Beeren (1985-1993) huisontwerper van het Stedelijk Museum. Beeke werd al in 1969 beroemd met zijn 'naakte meisjes alfabet'. Daarmee was de toon voor zijn spraakmakende oeuvre gezet en Beeke begon zijn opmars als één van de vijf Nederlandse topontwerpers van de twintigste eeuw. In navolging van de oproep van 'Letraset-plakletters' voor nieuwe lettertypes, vroeg Pieter Brattinga (redacteur en art director van de Kwadraat-Bladen) ook aan ontwerpers zich te buigen over een alfabet dat paste bij de moderne tijd. Er verschenen alfabetten in de serie Kwadraat-Bladen van Gerhard Unger, Timothy Epps & Christopher Evans, Wim Crouwel en als laatste dat van Beeke in 1970: Alphabet (Steendrukkerij De Jong, Hilversum 1970. Losbladig in katern. Gefotografeerd door Geert Kooiman, reportage door Ed van der Elsken).

Het alfabet van Beeke trok onmiddellijk de aandacht, als zelfstandig ontwerp en als uitdrukking van de jaren zestig. Het werd gezien als een uiting van bevrijding van benepen seksuele taboes, als een teken dat bloot niet vies en voos was, maar van grote klassieke schoonheid en bovenal onschuldig. Er is daarna nooit meer iets mee gedaan. Het was geen werkbaar alfabet. De letters waren hooguit te gebruiken voor een initiaal of een enkel woord. Beeke: 'Het is gebaseerd op vunzige speelkaarten die je toen tegenkwam in louche café's, met naakte vrouwen erop in compromitterende standjes. Het 'new alphabet' was een nieuw statement, het keek vooruit naar een tijdperk dat voor ons lag. Mijn alfabet was ook een statement. Zoiets was immers alleen mogelijk in Nederland waar alle meisjes in minirok liepen en waar Phil Bloom de première van het naakt op televisie had verzorgd. Het was ondenkbaar dat er in die tijd ergens anders in een ander land een keurig bedrijf als De Jong dergelijke naaktenletters de wereld in zou sturen. Ed van der Elsken maakte een rapportage van de opnamesessies. Zijn kinderen werden ingezet om de leestekens te maken' (uit: Stedelijk Museum Bulletin 5/6 2003).

Met dank aan Antiquariaat Berger & De Vries in Groningen voor het beschikbaar stellen van deze uitgave.





De Atlas van Gerhard Richter

De Duitse kunstenaar Gerhard Richter bedient zich van bestaand beeldmateriaal en wordt op grond hiervan wel vergeleken met de kunstenaars van de pop art. De thema's die hij kiest zijn echter die van de traditionele schilderkunst en fotografie en niet van de reclame. De vroege schilderijen tonen een breed scala aan banale onderwerpen, ontleend aan de massamedia. Ze zijn geschilderd in grijstonen en vormen een ironische reactie op de informele kunst, pop art en het sociaal realisme. Het beeld, als een zogenaamde objectieve weergave van de werkelijkheid, fascineert hem. De 'foto-schilderijen' zijn enigszins wazig (bron: Kunst van nu).

Richter heeft vanaf begin jaren zestig tot heden ongeveer 4.000 foto's verzameld. De ongelijksoortige, caleidoscopische verzameling, bekend als 'Atlas', weerspiegelt als een soort dagboek het oeuvre van de kunstenaar. Hij verzamelt krantenknipsels, losse foto's, fotoseries, schetsen, kleurstudies, landschappen, portretten, stillevens. Richter verzamelt deze foto's die hij gebruikt als basis voor zijn schilderijen. Die foto's presenteert hij, soms samen met schetsen, als atlas op tentoonstellingen en in boeken. Het kunstenaarsboek Atlas van de foto’s en schetsen (Hedendaagse Kunst Utrecht 1972) is zijn eerste atlasuitgave. De toenmalige museumdirecteur Wouter Kotte van de museum Hedendaagse Kunst schreef op de achterkant van het boek: 'De in deze katalogus gereproduceerde foto's en schetsen tonen de komplete verzameling ('atlas') van 315 bladen, die Richter in de laatste jaren min of meer sporadisch heeft samengesteld. Foto’s en tekeningen zijn in samenhang met de themata uit verschillende perioden ontstaan; zij vormen voorbeelden voor schilderijen, variaties op en onderzoekingen naar visuele mogelijkheden. Daarom verschaffen deze bladen inzicht in de manier van werken van deze Duitse kunstenaar'.

De delen uit de jaren zestig zijn vooral zwart-witfoto’s: illustraties uit kranten en tijdschriften of amateurkiekjes. Destijds benadrukte Richter in interviews zijn onverschilligheid aangaande de onderwerpen; later kwam hij daarop terug. Nu wordt zichtbaar hoe Richter in de allereerste jaren vooral foto’s selecteerde die voor de intens burgerlijke jaren vijftig staan, en foto’s die het 'Leben mit Pop evoceren' - de nieuwe consumptiewereld die zich naar Amerikaans model ontwikkelde. Verder komt men in de 'Atlas' de confrontatie van foto’s van de Jodenvervolging en concentratiekampen met pornoplaatjes tegen – aldus reageert Richter, in de semi-private omgeving van zijn atlas, op de onmogelijkheid om in zijn 'echte' werk op een andere dan een zeer indirecte manier in te gaan op het trauma van de holocaust. Elke directe thematisering zou onherroepelijk een obsceen, pornografisch karakter krijgen. Hier gebruikt Richter de 'Atlas' dus niet meer als een repertorium voor zijn schilderkunstig werk, maar als een reflectie op de mogelijkheden en onmogelijkheden daarvan (uit: De Witte Raaf, editie 69 1997).





Fragmenten uit: Atlas van de foto's en schetsen

Mark Brusse en de sfeer van fluxus


De ideeën van de Amerikaan John Cage hebben grote invloed uitgeoefend op de beeldende kunst van de jaren zestig. Cage beschouwt kunst niet als expressie- of communicatiemiddel waarmee individuele ideeën of universele waarden worden doorgegeven, maar als een proces dat identiek behoort te zijn met het dagelijks leven. Hij wil het bewustzijn van de mensen activeren door hen attent te maken op de hen omringende werkelijkheid. Theaterexperimenten die hij ca.1960 uitvoerde op Black Mountain College leidden tot het ontstaan van een nieuwe kunstvorm: de 'happening'.

De Nederlandse beeldhouwer Mark Brusse werkte vanaf 1961 in Parijs waar hij contact had met het nouveau réalisme. Aanvankelijk maakte hij assemblages van op straat gevonden en bewerkte stukken hout, metaal en touw. De constructies hebben meestal een verholen erotische thematiek. Sinds zijn verblijf in New York van 1965 tot 1967 maakt Brusse environments, die hij 'occupation de l'espace' noemt. Een ervan is bijvoorbeeld een grote houten minimalistische kubus die bijna de hele ruimte vult en slechts een smalle loopruimte overlaat. Hij werkte in New York samen met een internationaal netwerk van Fluxus kunstenaars.  De sfeer van fluxus was Brusse natuurlijk niet vreemd. Brusse neemt o.a. in 1965 deel aan de event 'Spaghetti Sandwich' met Earle Brown en Thomas Schmit. Met een 'event' wordt een gebeurtenis binnen fluxus bedoeld die iedereen overal kan laten plaatsvinden. De kunstenaar legt in enkele instructies de soms moeilijke handeling vast, die door een of meer personen moet worden uitgevoerd. In New York ontmoette Brusse ook Cage.

Meer nog dan in de massale, nadrukkelijke aanwezige 'occupations' komt de aan fluxus verwante, ironische benadering van kunst tot uiting in de activiteiten die hij tussen 1970 en 1972 in Berlijn ontwikkelt. Ook hier is een opnieuw een samenwerking met Cage. 'Ik ging naar Berlijn. In die tijd kreeg alles wat talent had een beurs aangeboden om Berlijn uit zijn isolement te trekken. Ik wilde geen echt atelier, nu kon ik doen waar ik in New York al zin in had gekregen: samenwerken met anderen en straatacties opvoeren. Heel belangrijk was dat ik eindelijk kon werken met iemand die ik al in New York had ontmoet: John Cage. Er was bijvoorbeeld een expositie van mij waarop Cage een week lang iedere dag een stuk uitvoerde. Soms duurde het drie uur, soms was het een minuut en een paar seconden - maar altijd alles zeer precies getimed. Toen hij vroeg of ik zijn muziek wilde visualiseren, bouwde ik een soort grote zandloper en als de muziek begon, trok ik een schuif open en stroomde heel fijn zand op de vloer. Aan het einde van de performance, stond de hoeveelheid zand in precieze relatie met de hoeveelheid muziek. Na een week had ik iets van 12 kilo en 758 gram van John Cage uitgedrukt in zand'.

Fragmenten uit: Berliner Obejct
Fluxuskunstenaars beschouwden de momentopname uit het leven van de kunstenaar, de tijd die de opvoering in beslag nam, als kunst. Dat wil zeggen dat de kunstenaar zelf en/of zijn handelingen tot kunst werden verklaard. Het ging hierbij in eerste plaats om het moment van de handeling, die meestal in een korte aanwijzing samengevat was. De rode draad in het kunstenaarsboek 'Berliner Object' (ism Anselm Dreher, Berlijn 1971 oplage 1.800) is een uitvoerig en vooral ironische beschrijving van het tot stand komen van een sculptuur, genaamd 'Berliner object no. 1'. Verder zijn foto's afgebeeld van diverse occupations en er zijn foto's gemaakt van het totstandkoming van de sculptuur 'Occupation de l'espace no. 7' (1969) in Rusland. Deze uitgave kwam tot stand als begeleidende catalogus bij de expositie in Galerie André in 1971. 'Ik kreeg een expositie in de vrij kleine galerie André. Hij zou drie weken duren. Aan het eind van de opening heb ik gezegd: "Jullie hebben het gezien, nu zal ik galerie André sluiten." En toen heb ik de hele voorkant dichtgetimmerd. Als laatste klom de galeriehouder naar buiten met zijn typemachine onder de arm. Drie weken heeft er gestaan: I Closed Galerie André.'




De speelse sculpturen van Niki de Saint-Phalle

In 1971 begint de Franse kunstenares Niki de Saint-Phalle samen met Tinguely, Rico Weber en vele anderen in Jeruzalem te werken aan een reusachtige speelobject 'De Golem' - een monster dat door zijn bek kinderen uitspuwt. Het is in 1972 voltooid. In 1973 is het werk voltooid aan de 'Draak', speelsculptuur voor de kinderen van Roger en Fabienne Nellens in Knokke, waarin zij kunnen spelen, slapen, eten en over de tong van het monster eruit glijden. De modellen en maquettes van de uitgevoerde en nog niet gerealiseerde speelsculpturen vormen het leeuwendeel van de tentoonstelling in het museum Boymans Van Beuningen in 1976. De begeleidende catalogus Niki de Saint-Phalle (Rotterdam 1976), waarvan de lay-out geheel is verzorgd door De Saint-Phalle en is uitgevoerd als leporello, kan als een kunstenaarsboek worden beschouwd.

Kinderen en ook volwassenen worden direct betrokken bij haar creaties. De beschouwer wordt uitgedaagd, zowel door de vormgeving als door de bestemming zich in de sculpturen te bewegen, de kinderen om er bezit van te nemen. Het zijn eigenlijk organismen met een 'binnen'dat even belangrijk is als het 'buiten'. Spontaan zoekt en schept De Saint-Phalle een surrealistische levenssfeer, waarin ze kan waarmaken, haar fantasie, haar erotiek, haar liefde voor het sprookje, ontdaan van zijn zoeterige onschuld, en vooral haar begrip voor wat er in kinderen leeft aan angst, huiver, wreedheid, uitbundigheid en verwondering (Nawoord: R. Hammacher-van den Brande 1976).






Niki de Saint-Phalle (fragmenten uit: Niki de Saint-Phalle Rotterdam 1976)
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...