De Nederlandse beeldhouwer Mark Brusse werkte vanaf 1961 in Parijs waar hij contact had met het nouveau réalisme. Aanvankelijk maakte hij assemblages van op straat gevonden en bewerkte stukken hout, metaal en touw. De constructies hebben meestal een verholen erotische thematiek. Sinds zijn verblijf in New York van 1965 tot 1967 maakt Brusse environments, die hij 'occupation de l'espace' noemt. Een ervan is bijvoorbeeld een grote houten minimalistische kubus die bijna de hele ruimte vult en slechts een smalle loopruimte overlaat. Hij werkte in New York samen met een internationaal netwerk van Fluxus kunstenaars. De sfeer van fluxus was Brusse natuurlijk niet vreemd. Brusse neemt o.a. in 1965 deel aan de event 'Spaghetti Sandwich' met Earle Brown en Thomas Schmit. Met een 'event' wordt een gebeurtenis binnen fluxus bedoeld die iedereen overal kan laten plaatsvinden. De kunstenaar legt in enkele instructies de soms moeilijke handeling vast, die door een of meer personen moet worden uitgevoerd. In New York ontmoette Brusse ook Cage.
Meer nog dan in de massale, nadrukkelijke aanwezige 'occupations' komt de aan fluxus verwante, ironische benadering van kunst tot uiting in de activiteiten die hij tussen 1970 en 1972 in Berlijn ontwikkelt. Ook hier is een opnieuw een samenwerking met Cage. 'Ik ging naar Berlijn. In die tijd kreeg alles wat talent had een beurs aangeboden om Berlijn uit zijn isolement te trekken. Ik wilde geen echt atelier, nu kon ik doen waar ik in New York al zin in had gekregen: samenwerken met anderen en straatacties opvoeren. Heel belangrijk was dat ik eindelijk kon werken met iemand die ik al in New York had ontmoet: John Cage. Er was bijvoorbeeld een expositie van mij waarop Cage een week lang iedere dag een stuk uitvoerde. Soms duurde het drie uur, soms was het een minuut en een paar seconden - maar altijd alles zeer precies getimed. Toen hij vroeg of ik zijn muziek wilde visualiseren, bouwde ik een soort grote zandloper en als de muziek begon, trok ik een schuif open en stroomde heel fijn zand op de vloer. Aan het einde van de performance, stond de hoeveelheid zand in precieze relatie met de hoeveelheid muziek. Na een week had ik iets van 12 kilo en 758 gram van John Cage uitgedrukt in zand'.
Fragmenten uit: Berliner Obejct |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten