Agora Studio en De Appel arts centre



Aankondiging en fragmenten uit: Pelotas van Johan Cornelissen
Jan van Eyck academie Maastricht 1977

Buiten Amsterdam (Ulises Carrión) verschenen vooral in Maastricht verschillende kunstenaarsboeken die op de Jan van Eyck academie werden gedrukt. Van o.a. Rod Summers (Mail project z.j., Poems '68-'72 z.j. en Influence '43-'75 z.j.) en Servie Janssen (Dimensies van stilte en mythe 1974, Platmond 1975, Project in 'de Appel' 1978). In Maastricht bevond zich tevens de ‘Agora Studio’ een activiteitencentrum dat de beeldende kunst als uitgangspunt nam en in 1972 werd opgericht door Theo van der Aa en Ger van Dijck. Zij organiseerden hier tentoonstellingen, lezingen, politieke acties en film- en diavertoningen. Daarnaast gaf het centrum het tijdschrift Fandangos uit en publiceerde het een serie boeken van onder andere Ulises Carrión, Nikolas Urban, Marjo Schumans (Outlines 1974), Johan Cornelissen (Pelotas, R.G.S.) en de Mexicaanse kunstenaar en uitgever Felipe Ehrenberg. Agora werkte nauw samen met de Jan van Eyckacademie. De doelstellingen van het centrum waren verwant aan de fluxus-mentaliteit: niet kunst om de kunst maar een samengaan van kunst en leven. ‘Agora’ vervulde een schakelfunctie binnen een internationaal netwerk van gelijkgestemde ondernemingen wat ervoor zorgde dat het centrum ook door veel buitenlandse kunstenaars werd bezocht (Van der Zwaag).

Bij Agora Studio ging men uit van het idee dat kunstuitingen ontstaan, onafhankelijk van geografische of historische aanleidingen. Met name de opzet van de Fluxus-beweging en de conceptuele kunst beantwoordden aan deze gedachtengang. Beide stromingen maakten gebruik van moderne media en bestaande communicatienetwerken om historische en geografische grenzen te overschrijden. Vanuit de door deze stromingen gecreeerde situatie wilde Agora Studio verder gaan. Dit mondde uit in speciale aandacht voor de mediakunst binnen Agora Studio. Met Agora Studio was weer een instelling ontstaan waar videokunstenaars voor de realisatie van hun projecten terecht konden (Stokvis).

Omstreeks 1975 kreeg de videokunst in Nederland een nieuwe impuls door de oprichting van De Appel Amsterdam in 1975. Over een periode van vijf jaar zou De Appel zich profileren als internationaal podium voor conceptuele kunst en performances. Veelal werden performances op video vastgelegd. Van de performance en conceptuele kunstenaars die met video werkten, ontwikkelden enkelen zich tot kunstenaars die het gezicht van de Nederlandse videokunst zou gaan bepalen. Dit waren Elsa Stansfield en Madelon Hooykaas, Bert Schutter en Daniel Brun. Stansfield en Hooykaas werkten sinds 1972 samen als 'White Bird'. Zij hebben ook kunstenaarsboeken vervaardigd:

- 5 video environments (Maastricht, Agora Studio 1979),
- The lines of his hand, fragments from a videotape (Utrecht, Gamm(a) gammagazine 7 1978)
- Transposed Environment pdf.file (Cres Publishers, 1980).

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...