Ad Gerritsen (fragmenten uit: Isolatie) |
Ad Gerritsen (omslag en fragmenten uit: Criminals) |
Via zijn werk in een psychiatrische inrichting, begin van de zeventiger jaren, kwam hij in aanraking met misdadigers. Hij maakte studies van hun gezichten. Niet alleen hun, volgens de buitenwereld, buitensporige gedrag interesseerde hem, maar ook het menselijke aspect daarvan. De emoties die hij in beelden vertaalt lijken te beantwoorden aan patronen en normen die de maatschappij oplegt. Het spontane karakter van de ontroering wordt gekanaliseerd en gemanipuleerd. Hierdoor kun je bij Gerritsen niet spreken van een portret in de letterlijke zin van het woord. De gelaatstrekken van een persoon worden niet verbeeld met het oog op een treffende gelijkenis, maar eerder vanwege de algemene kenmerken van een bepaalde gemoedstoestand of een te verwachten gedragspatroon. Gerritsen is altijd maatschappelijk bezig. Hij kijkt in verwondering naar de dave rende dingen dezer dagen en reageert vervolgens op de idiotie die hij erin terugziet. Zijn kritische en messcherpe blik signaleert die verdwaasdheden zonder mankeren (Ad Gerritsen - De grote verwondering en SBK Breda). Dit alles wordt prachtig vastgelegd in Gerritsen zijn eerste kunstenaarsboek 'Criminals' (Exp/press Utrecht 1972). Dit boek is door Gerritsen handmatig bewerkt en ingekleurd. Hierin wordt zelfs een verslag gedaan van een persbericht uit 'Het Leven' van een moordgeval in in Veendam in 1923.
Ad Gerritsen (fragmenten uit: De mogelijkheden van objectiviteit |
Ad Gerritsen heeft als onderwerp voor zijn boekwerken de registratie- en identificatiesystemen die op criminelen worden toegepast. Zijn kunst heeft alles te maken met omschrijven en rangschikken, met dossiers en archieven. Gerritsen heeft als logische consequentie zijn werk in 't boek vorm gegeven. Dit laatste is het belangrijkste kwaliteitscriterium bij het maken van een kunstwerk: een idee weergeven in een vorm die geen andere kan zijn zonder dat daarmee het idee tekort kan worden gedaan (uit: kunstenaarsboeken: twaalf benaderingen Museum Waterland 1981).
Het rangschikken komt duidelijk tot uiting in het kunstenaarsboek De mogelijkheden van objectiviteit (Arnhem 1980).
In het kunstenaarsboek 'The tools of Charles Peace' (Exp/press Utrecht 1973) gaat het over de crimineel Charles Peace (1832-1879) en zijn gebruikte gereedschappen: 'Born in Sheffield. Son of a animal trainer. 'Portico thief'. 'cat burglar'. The tools, including a collapsible ladder and a false arm, used by the burglar and murderer'.
Ook in het kunstenaarsboek Ad Gerritsen, uitgegeven door Stedelijk Museum Schiedam in 1977 (layout: Hans Gaarenstroom) wordt een aantal keren verwijst naar misdadigers. Bijvoorbeeld een foto van 'a prisoner of myself' uit 1977 en een 'handboek voor gevangenen' uit 1976.
In het kunstenaarsboek Richard Speck case (Arnhem 1978) staan contour tekeningen van acht leerling verpleegkundigen die Richard Speck in 1966 in een verpleegstershuis in Chicago heeft vermoord.
Andere kunstenaarsboeken zijn:
- Een gescreende Marinus van der Lubbe (Sun Nijmegen 1972)
- Gaunerzinken, (eigen beheer Arnhem 1976 oplage 20 gen. ges.)
- Isolatie (Brummen, Uitg. Luxe werkjes 1977 oplage 51)
- Rape (eigen beheer Arnhem 1978)
- St Valentine's day Massacre (Arnhem 1978)
- Ad Gerritsen (eigen beheer ism Studium Generale TH Eindhoven Arnhem 1979)
- Some variations of the pattern (Hengelo 1979)
- De mogelijkheden van objectiviteit (Arnhem 1980)
- Verbeelde kriminelen (eigen beheer ism Sun Nijmegen1980 oplage 50 gen. ges.)
Ad Gerritsen (fragmenten uit: 'The tools of Charles Peace') |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten