De tekeningen van Ad Dekkers




Ad Dekkers (fragmenten uit:  + book)
Ad Dekkers maakt sinds 1961 geometrische reliëfs, ook wel zaagsneden genoemd. Aanvankelijk zocht hij langs gevoelsmatige weg naar een evenwicht tussen elementen vorm, kleur en grootte. Sinds 1965 gaat hij meer wetmatig te werk in zijn monochrome witte reliëfs, waarin hij eenvoudige vormen (cirkels, driehoeken, enz.) regelmatig verschuift, verkleint of verandert. Vanaf 1970 maakt Dekkers ook tekeningen. Dit kan beschouwt worden als de herformulering van een problematiek waarmee hij zich al zeker vanaf 1965 intensief heeft beziggehouden: de problematiek betreffende de functie en het karakter van de lijn. In zijn kunstenaarsboek + book (edizioni Amodulo Brescia 1970 oplage: 1.000) komt dit alles ook tot uiting. Hierin wordt een tekening van een kruis verkleint tot een stip en vervolgens in een lege bladzijde. Het tekenen heeft Dekkers ten volle bewust gemaakt van de zelfstandige waarde van de lijn, en dat heeft zijn uitwerking gehad op de zaagsneden (bron: Carel Blotkamp Keuzen 1985)
Ad Dekkers tekeningen (fragment transparant vel voor)

Ad Dekkers tekeningen (fragment transparant vel achter)
Met Peter Struycken heeft Dekkers vaak geëxposeerd. In 1974 is er bij Verfindustrie Jac Eyck een tentoonstelling gehouden van tekeningen van Ad Dekkers en Peter Struycken. Naar aanleiding hiervan is een publicatie verschenen met twee boekjes van beide kunstenaars. Deze originele bijdragen kunnen als kunstenaarsboekjes worden beschouwd. Dekkers: 'Op een enigszins doorschijnend vel papier teken ik zowel op de voor- als op de achterzijde lijnen'. Hierdoor ontstaat prachtige en afwisselende composities met lijnen van verschillende zwart/wit tonen. Dekkers gebruikte dit materiaal om de ruimtelijke werking van een lijn op een vlak zoveel mogelijk op te heffen. Er is geen sprake meer van voorgrond en achtergrond, van voorgrond en achtergrond. Dekkers: 'Bij deze methode wordt het begrip voor/achterzijde aangetast: het onderscheid ertussen valt weg en de twee zijden zijn in gelijke mate van elkaar afhankelijk' (Over de lijn. Museumjournaal 1974).

De bijdrage van Struycken bestaat uit een leporello met tekeningen die zijn geproduceerd door een met de computer verbonden tekenmachine. Dit gebeurt met de computerprogramma LNARC waarmee lijnen getekend worden. Aan de achterkant van de leporello legt Struycken dit uitvoerig uit.





fragmenten uit: 8 cards in a box
Dekkers heeft in 1968, 1969 en 1970 enkele zogenaamde witboeken gemaakt met lijnen die door middel van blinddruk in het papier zijn gegrift. Hierin zijn inleidende teksten opgenomen door J. Leering en C. Blotkamp. Gezien een kunstenaarsboek als één geheel is geconcipieerd en niet wordt onderbroken of begeleid door teksten of informatie van anderen dan de kunstenaar(s) zelf zijn deze strikt genomen geen kunstenaarsboeken (Bool en De Rook 1977). Toch heeft het Stedelijk Museum Amsterdam de uitgave uit 1969 (Ad Dekkers: Reliëfs - Reliefs, Frankfurt am Main, Galerie Loehr) als kunstenaarsboek in de collectie opgenomen. Hierin zijn 9 reliëf prints opgenomen. Andere kunstenaarsboeken zijn: Blanco action (Multi-Art Press, Antwerpen 1970 oplage 100 gen./ges), 8 cards in a box (Multi-Art Press, Antwerpen 1970 oplage 250 gen./ges), Lines (Multi-Art Press, Antwerpen 1972 oplage 75 gen./ges) en Levels of 27al en 31p from a-particle capture reactions and shell model calculations on a=27, 28 en 29 nuclei (1972).





Fragmenten uit: Ad Dekkers: Reliëfs - Reliëfs

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...