Fragmenten uit: A Document Made by Paul Thek and Edwin Klein |
Theks inzet was het op gang brengen van een proces dat het religieuze, het spirituele, het goede zichtbaar en invoelbaar zou maken. Een van de manieren waarop hij dat hoopte te kunnen doen, was de toeschouwer te laten ervaren hoezeer deze zich laat omringen door dode voorwerpen die iedere poging tot zintuiglijk contact tenietdoen. In het midden van de jaren zestig verpakte Thek stukken vlees en lichaamsdelen (minutieus nagemaakt in was) in afstandelijke, koele plastic vormen en hij noemde dit 'technologische relieken'. Later begon hij zich meer toe te leggen op installaties. Hij voerde zijn publiek over een pad langs even primitieve als fantastische bouwsels, hutten en open ruimtes, opgetrokken uit afvalhout, zand, opgezette dieren, dozen, gaaswerk, papier, banken, tafels, stoelen, olievaten enzovoort. Dat de onderdelen van de installaties langs paden waren opgesteld, was het resultaat van een welbewuste keuze. Het kijken werd een ervaring, het lopen een processie (uit: Artway.eu). De geest van Fluxus inspireerde Thek tot het maken van nonchalante tekeningen op krantenpapier. Met utopische helderheid tekende hij met Oost-Indische inkt dromerige, tere tafereeltjes met slakken, schapen, of een vulkaanuitbarsting met kampvuur. Thek ontwikkelde een eigenzinnige beeldtaal, fragiel en broos maar tegelijk zeer scherp en agerend tegen maatschappelijke wantoestanden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten