De galerie MTL in Brussel is in 1970 opgericht door beeldend kunstenaar, romanist, kunstcriticus en theoreticus Fernand Spillemaeckers. MTL was het platform voor meer dan honderd tentoonstellingen, waaraan vooral de vertegenwoordigers van de conceptuele kunst van de jaren zeventig hun medewerking verleenden. Haast alle belangrijke kunstenaars van dat moment droegen tentoonstellingen bij aan de galerie: Sol LeWitt, Gilberto Zorio, Daniel Buren, André Cadere, Marcel Broodthaers en Jan Dibbets, tot Guy Mees, Hanne Darboven, John Baldessari en Robert Ryman.
Spillemaeckers publiceerde ook zes kunstenaarsboeken bij de tentoonstellingen:
- Stanley Brouwn (One step - 1x 100x, MTL Bruxelles 1971 oplage 250)
- Guy Mees (? MTL Bruxelles 1971)
- Adrian Piper (Talking to myself The Ongoing Autobiography of an art object Entretien avec moi-même L'Autobiographie évolutive d'un objet d'art, MTL Bruxelles 1974 oplage 250)
- Stanley Brouwn, (100.000 mm, MTL Bruxelles 1975 oplage 250)
- André Cadere (Présentation d'un travail Utilisation d'un travail, Hamburg / Bruxelles, Hossmann / MTL 1975 oplage 1000)
- Sol LeWitt (Squares with Sides and Corners Torn Off, MTL Bruxelles 1977)
In het werk combineerde André Cadere een gereduceerde sculpturale vormentaal met een conceptueel uitgangspunt waarmee het functioneren van het kunstsysteem in twijfel wordt getrokken – een werkwijze die in de jaren zeventig belangrijk was geworden voor een aantal conceptuele kunstenaars (o.a. Marcel Broodthaers en Daniel Buren).
Cadere kreeg in de jaren 1970 bekendheid met zijn 'Barres de bois rond'. Deze ronde houten stokken van diverse afmetingen werden door de kunstenaar met de hand vervaardigd. Ze bestaan uit in verschillende kleuren geschilderde, cilindrische schijven, waarvan de hoogte gelijk is aan de doorsnede en die volgens een wiskundig permutatieprincipe gerangschikt zijn waarbij één fout de gehele systematische volgorde verstoort. Cadere beschreef zijn stokken als 'Peier nture sans fin' – een 'schildering zonder einde', waarmee de grenzen van het medium opnieuw werden gedefinieerd en gebroken werd met traditionele manieren van kijken.
De vorm van de stok legt geen vast gezichtspunt op en is daardoor zeer mobiel. Dit mobiliteitsaspect speelt een belangrijke rol in de conceptuele aanpak van Cadere: in zijn 'promenades' liep de kunstenaar met de stok in de hand door de stad, en 'bezette' hij er openbare ruimtes mee om aan te tonen dat hij volledig onafhankelijk was zijn van institutionele kaders om zijn kunst te presenteren.
Het binnendringen in de kern van belangrijke galeries en zijn bestaan te bevestigen was één van zijn belangrijke doelen. Meestal onuitgenodigd verschijnt hij op openingen van tentoonstellingen van andere conceptuele kunstenaars. Als een parasiet presenteerde hij dan zijn stokken die hij op zijn schouder droeg of tegen de muur liet leunen. Hij trachtte met iedereen discussies aan te gaan over kunst en kunsttheorieën.
Een ander doel was er alles aan te doen om te laten zien wat hij doet. Hiertoe bezocht Cadere niet alleen openingen van tentoonstellingen maar droeg hij zo goed als voortdurend een werk met zich mee, door de stad, in de metro of naar een restaurant. Op deze wijze kon hij ook de galerie buiten zijn eigen muren laten treden. Zo bestond een tentoonstelling bij Galerie MTL uit een officieel aangekondigde wandeling van twee uur die in Parijs werd uitgevoerd op een tijdstip dat buiten de openingstijden van de galerie viel. Cadere benadrukte hiermee niet alleen de ruimtelijke en tijdelijke beperkingen van de gangbare galerie maar onderstreepte ook zijn eigen streven naar een volledig onafhankelijke kunst (bron: Van Abbemuseum, het collectieboek 2002 en Bonnefanten Museum 2008).
In het kunstenaarsboek Présentation d'un travail Utilisation d'un travail gaat Cadere uitvoerig in op 'een presentatie van een werk ('Barres de bois rond') met behulp van een werk' (vrij vertaald). Het boekje bestaat volledig uit de tekst die door Cadere is overgenomen van zijn conferentie gehouden aan de Faculteit van Wijsbegeerte en Letteren aan de U.C.L. in Leuven te België.
Spillemaeckers publiceerde ook zes kunstenaarsboeken bij de tentoonstellingen:
- Stanley Brouwn (One step - 1x 100x, MTL Bruxelles 1971 oplage 250)
- Guy Mees (? MTL Bruxelles 1971)
- Adrian Piper (Talking to myself The Ongoing Autobiography of an art object Entretien avec moi-même L'Autobiographie évolutive d'un objet d'art, MTL Bruxelles 1974 oplage 250)
- Stanley Brouwn, (100.000 mm, MTL Bruxelles 1975 oplage 250)
- André Cadere (Présentation d'un travail Utilisation d'un travail, Hamburg / Bruxelles, Hossmann / MTL 1975 oplage 1000)
- Sol LeWitt (Squares with Sides and Corners Torn Off, MTL Bruxelles 1977)
In het werk combineerde André Cadere een gereduceerde sculpturale vormentaal met een conceptueel uitgangspunt waarmee het functioneren van het kunstsysteem in twijfel wordt getrokken – een werkwijze die in de jaren zeventig belangrijk was geworden voor een aantal conceptuele kunstenaars (o.a. Marcel Broodthaers en Daniel Buren).
Cadere kreeg in de jaren 1970 bekendheid met zijn 'Barres de bois rond'. Deze ronde houten stokken van diverse afmetingen werden door de kunstenaar met de hand vervaardigd. Ze bestaan uit in verschillende kleuren geschilderde, cilindrische schijven, waarvan de hoogte gelijk is aan de doorsnede en die volgens een wiskundig permutatieprincipe gerangschikt zijn waarbij één fout de gehele systematische volgorde verstoort. Cadere beschreef zijn stokken als 'Peier nture sans fin' – een 'schildering zonder einde', waarmee de grenzen van het medium opnieuw werden gedefinieerd en gebroken werd met traditionele manieren van kijken.
De vorm van de stok legt geen vast gezichtspunt op en is daardoor zeer mobiel. Dit mobiliteitsaspect speelt een belangrijke rol in de conceptuele aanpak van Cadere: in zijn 'promenades' liep de kunstenaar met de stok in de hand door de stad, en 'bezette' hij er openbare ruimtes mee om aan te tonen dat hij volledig onafhankelijk was zijn van institutionele kaders om zijn kunst te presenteren.
Het binnendringen in de kern van belangrijke galeries en zijn bestaan te bevestigen was één van zijn belangrijke doelen. Meestal onuitgenodigd verschijnt hij op openingen van tentoonstellingen van andere conceptuele kunstenaars. Als een parasiet presenteerde hij dan zijn stokken die hij op zijn schouder droeg of tegen de muur liet leunen. Hij trachtte met iedereen discussies aan te gaan over kunst en kunsttheorieën.
Een ander doel was er alles aan te doen om te laten zien wat hij doet. Hiertoe bezocht Cadere niet alleen openingen van tentoonstellingen maar droeg hij zo goed als voortdurend een werk met zich mee, door de stad, in de metro of naar een restaurant. Op deze wijze kon hij ook de galerie buiten zijn eigen muren laten treden. Zo bestond een tentoonstelling bij Galerie MTL uit een officieel aangekondigde wandeling van twee uur die in Parijs werd uitgevoerd op een tijdstip dat buiten de openingstijden van de galerie viel. Cadere benadrukte hiermee niet alleen de ruimtelijke en tijdelijke beperkingen van de gangbare galerie maar onderstreepte ook zijn eigen streven naar een volledig onafhankelijke kunst (bron: Van Abbemuseum, het collectieboek 2002 en Bonnefanten Museum 2008).
André Cadere (titelpagina Présentation d'un travail Utilisation d'un travail) |
In het kunstenaarsboek Présentation d'un travail Utilisation d'un travail gaat Cadere uitvoerig in op 'een presentatie van een werk ('Barres de bois rond') met behulp van een werk' (vrij vertaald). Het boekje bestaat volledig uit de tekst die door Cadere is overgenomen van zijn conferentie gehouden aan de Faculteit van Wijsbegeerte en Letteren aan de U.C.L. in Leuven te België.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten