Posts tonen met het label stempelplaats. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stempelplaats. Alle posts tonen

Kunst per post : mail art

G.J. de Rook (omslag Mail art : kunst per post)
Mail art is de term voor kunstwerken die vanaf het begin jaren zestig (Ray Johnson 1962 en fluxuskunstenaars) wereldwijd per post worden verzonden. Mail art kunstenaars sturen elkaar ansichtkaarten, brieven, fotokopieen, telegrammen, faxen, collages, tekeningen, kunstenaarsboeken, tijdschriften, foto's, objecten, cassettes, dia's en videobanden. Meestal worden elementen van het frankerings- of verzendingsproces geintegreerd in het kunstwerk: ook zelfgemaakte postzegels en stempels behoren tot de mail art. Naast de post wordt voor verzending ook gebruik gemaakt van de telefoon, telex, fax of modem. De beoefenaars van mail art beklemtonen vooral het collectief-communicatieve en alternatieve karakter. Mail art zou a-commercieel en multi-cultureel zijn en geen 'voorgeschreven' esthetiek en selectiecommissies kennen; iedereen kan dus deelnemen aan mail art. Mail art is ontstaan als reactie op de gangbare overtuiging dat 'kunst alleen te koop is door mensen met kapitaal' en 'kunst alleen kan worden tentoongesteld in musea of galerijen'. Een mail-artist mijdt de officiële kunstwereld en regelt alles zelf. Ideeën zoals 'Iedereen kan een kunstenaar zijn' en 'kunst moet door iedereen kunnen beoefend worden' vormen de basis van deze postkunst (uit: Kunst van nu 1995).

herman de vries (uit: Mail art : kunst per post)
'Postale kunst is geen kunst. Tenminste niet wat de mensen als kunst beschouwen. Er zijn geen speciale vaardigheden voor nodig, noch zijn de kunstenaars die het maken intelligenter of gevoeliger dan andere mensen. Om postale kunst te maken heeft men niets nodig en men produceert ook niets, dat wil zeggen er worden geen kunstwerken als objecten geproduceerd. Het maximale resultaat ervan is zoiets als kunstgevoeligheid. De werken die u op deze tentoonstelling kunst zien hebben geen artistieke waarde op zich: ze zijn tot in het oneindige herhaalbaar en alle resultaten zijn even goed. Het is de gedachte achter de werken die ze belangrijk maakt (ze zijn overblijfsels van de gedachten/akties erachter: het idee heeft dit resultaat nodig als de 'voltrekking' ervan). Het is deze 'mentaliteit voor kunst' die de belangrijkste boodschap van postale kunst is' (uit: kunstenaarsboek Mail art : kunst per post van G.J. De Rook. Uitgave bij de gelijknamige tentoonstelling in 1977).




Fragmenten uit: Mail art : kunst per post
'Mail-Art is niet beperkt tot de officiële postale systemen. Brieven in flessen, brieven aan gasballons of in ruimtevaartuigen bestemd voor andere werelden; schrijven in de lucht met uitlaatrook van vliegtuigen; uitzending van boodschappen tussen Afrikaanse stammen met tamtam of telegrafie; het zijn allemaal weer andere soorten van correspondentie, die op verschillende wijze worden toegepast. Het 'specifieke' gebruik van deze media is wellicht bepaald door de wijze waarop ze worden toegepast. Dit is wat Mail-Art zijn eigen karakter geeft' (Guy Bleus).


Pier van Dijk (fragmenten uit: 'a white sheet of paper,
internationaal mail-art project van Pier van Dijk 1982)
Mail art is nauwelijks opgenomen in het reguliere expositiecircuit, maar kent niettemin een zeer bloeiend bestaan met vele beoefenaars. De meesten van hen zijn onbekend buiten de kring van de deelnemers zelf, met uitzondering van Guy Bleus - die tevens een omvangrijk mail art-archief beheert -, Luc Fierens - die vanaf 1987 wordt gezien binnen Vlaanderen als de gangmaker sinds Paul de Vree van de visuele poëzie -, Ko de Jonge - curator van het mail art project wALLofsmALLart en organisator ARTisSTARTplus (archief met kunstenaarsboekjes), Pier van Dijk/Robert Joseph en Rod Summers. Ook Bas Jan Ader, Sjoerd Buisman, Jan Dibbets, Ad Gerritsen en vele anderen verzenden vanaf de tweede helft van de jaren zestig kunstwerken per post. Vaak zijn dit aankondigingen van tentoonstellingen. Veel voorbeelden zijn te zien op Collectie Gelderland. Een actuele lijst met kunstenaars is te raadplegen op Mail Artists Index.

In Mail Art is de code 'wat je verstuurt wordt eigendom van de ontvanger'. De ontvanger van Mail Art voelt wel de verplichting iets terug te sturen. De producten worden niet verkocht aan particulieren. Er worden archieven aangelegd en opgebouwd zowel bij de Mail Art kunstenaar als bij culturele centra en musea. Ook het Van Abbemuseum heeft een archief met daarin een omvangrijke collectie Mail Art werken en kunstenaarsboeken: The Mail Art project.

Carrión stond bekend om zijn voortdurende activiteiten in diverse landen om aandacht te genereren voor het belang van kunstenaarsboeken en ook mail art. Vele ansichtkaarten die werden uitgewisseld met andere kunstenaars over de gehele wereld archiveerde hij als het aankwam per post. Een aantal hiervan is opgenomen in de verzameling van F.A. Bernett Books en is te raadplegen op Postcards from the Edge.

Uitgeverij Stempelplaats in Amsterdam gaf van 1978-1980 een tijdschrift over mail art projects uit: 'Rubber : maandelijks informatie bulletin over stempelwerk'. Deze zijn samengesteld door Aart van Barneveld. Binnen deze uitgave heeft Ulises Carrión twee nummers uitgebracht over mail art projects: a mail artproject: artists postage-stamps and cancellations stamps (vol.2 number 8, august 1978) en six mailart projects met Ulises Carriòn, ned.; Leonhard Frank Duch, Brasil; Johan van Geluwe, Belgium; Ko de Jonge, Ned.; Herman Gruber, Austria; Pawel Petasz, Poland; Robert Rehfeld, DDR (vol. 3 number 7/9, july/sept. 1980)

Een ander uitgave van uitgeverij Stempelplaats is Six mail art projects = zes post-kunst projecten uit 1980. Een catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Amsterdam, Stempelplaats, juli 1980 (Rubber : maandelijks informatie bulletin over stempelwerk = a monthly bulletin of rubberstampwork Vol. 3, no. 7-9, juli-september 1980 Oplage 500). De foto's zijn gemaakt door John Liggens. 6 Projecten van 6 verschillende kunstenaars: Herman Gruber, Ulises Carrion, Paul Petasz I, Leonhard Frank Duch, Robert Rehfeldt en Ko de Jonge/Johan van Geluwe. Het communicatieproces is een formeel en onmisbaar bestanddeel van de kunstwerken.




Rod Summers (fragmenten uit: mail Project: Klaus Groh)
Een ander prachtig voorbeeld is het mail art project van Rod Summers. Dit is vastgelegd in het kunstenaarsboek mail Project (VEC Jan van Eyck Academie Maastricht 1974). In dit boek zet Summers zijn bedoelingen en redenen uiteen in een introductie: 'This mail project was begun in a rush of frustation. It became apparent that several pieces of mail despatched to me had become lost in transit, they included a desk diary sent from Wales, a cine film sent from England and a book from The I.A.C. in Germany. The manuscript of a book sent to the I.A.C. failed to arrive there, when I compleined at the Post Office I was informed that I should hire a postbox. I sent a numbered card and self adressed envelope to twentyfive people, selected either because of a normal correspondance or for geographical location. As an investigation into the mailing system the project results are vague. Those same results are more informative when taken in the context of human relationships.

Ulises Carrión

Ulises Carrión
(bijdrage: Stempelkunst in Nederland)
De Mexicaanse schrijver en beeldend kunstenaar Ulises Carrión, die zich ook met mail art en stempelkunst bezighield, heeft in 1975 voor het eerst in een essay "de nieuwe kunst van het boekenmaken" gedefinieerd. Deze is gepubliceerd in de kunsttijdschrift Kontexts 6 & 7. In een puntsgewijze opsomming van het belang van kunstenaarsboeken stelt hij vast dat in deze nieuwe kunstvorm elk boek op een ander manier gelezen moet worden en dat men met het lezen kan ophouden als men de hele structuur van het boek begrepen heeft: ‘Een boek kan het toevallige omhulsel zijn van een tekst, waarvan de structuur niet van betekenis is voor het boek: dit zijn de boeken in boekwinkels en bibliotheken. Een boek kan ook bestaan als een autonome en onafhankelijke vorm met daarin wellicht een tekst die de vorm benadrukt, een tekst die er een wezenlijk onderdeel van is: hier begint de nieuwe kunst van het boekmaken' (uit: Metroplis M, Tatatá tatatatá ta Ulises Carrión van Other Books and So).

Carrión heeft er een solotentoonstelling en geeft onder de naam In-Out Productions gestencilde kunstenaarsboekjes uit. Het eerste boekje dat hij publiceert is Sonnet(s) (1972). Het bestaat uit 44 keer hetzelfde sonnet, dat hij steeds enigszins verandert. De richting van de veranderingen wordt aangegeven in de opeenvolgende titels, te beginnen bij Borrowed Sonnet en via typografische bewerkingen als CAPITAL SONNET, Underlined sonnet, ‘tennos derorriM’, naar het laatste Famous sonnet, dat zijn roem aan deze publicatie te danken geeft. De veranderingen zijn soms geestig, maar zeggen ook veel over de soms minimale codes die de taal beheersen, zoals de opbouw van een syllogisme, het hoofdlettergebruik in het Duits en het nut van aanhalingstekens of asterisken.




Ulises Carrión
(fragmenten uit: Arguments)
Bij de uitgever Beau Geste Press in Cullompton verschijnt in 1973 Arguments (oplage 400 ges.), Carrións eerste in offset gedrukte boek. Hierin beschrijft hij in 25 ‘hoofdstukken’ allerlei menselijke verhoudingen door alleen namen te gebruiken die hij in een veranderende typografische relatie zet. De namen naderen elkaar, smelten soms samen en nemen weer afstand. Het boek eindigt met de vraag: 'My name is Ulises. What's yours?' Arguments is een sublieme uitwerking van de stelling die hij in hetzelfde jaar publiceert: 'Alles wat bestaat zijn structuren. Alles wat gebeurt zijn metaforen. Elke metafoor is een ontmoetingspunt van twee structuren'. In een interview met de Amerikaanse kunstenaar Jan van Raay maakt hij in 1979 duidelijk dat hij taal al jarenlang niet meer gebruikt zoals hij dat daarvoor als schrijver deed, maar de taal gebruikt als beeldend kunstenaar, als grafisch element, volume of kleur: 'Ik noem mijzelf geen schrijver, omdat ik taal […] gebruik vanuit een niet-taalkundig oogpunt, maar ik beschouw mijzelf als een schrijver in de zin dat mijn werk een bijdrage levert aan de taal'. (uit: Jan van Raay, ‘End of an Era?’, in: Artzien, januari 1979).

Andere kunstenaarsboeken zijn:

- Sonnet(s) (1972)
- Amor, la palabra (1973)
- Looking for poetry - Tras la poesia (Beau Geste Press 1973)
- Tell me what sort of wallpaper... (In-Out Productions Amsterdam 1973 oplage 50 gen.)
- Dancing with you (In-Out Productions Amsterdam 1973 oplage 100 gen.)
- Conjugations (Love Stories) (Exp/press Utrecht 1973 oplage 250 gen.)
- Margins (Brummense uitgeverij van luxe werkjes Brummen 1975 oplage 36 gen. ges.)
- 6 Plays (Kontexts Publications Amsterdam 1976 oplage 100 gen.)
- Ine ksiazki (1977)
- Box Boxing Boxers (1978)
- O Domador de Boca (i.s.m. Ivald Granato) (Massae Ohno Editor Sao Paulo 1978)
- The Muxlows (Verlaggalerie Leaman Dusseldorf 1978 oplage 300)
- Rubber Bulletin No. 6 (Stempelplaats Amsterdam 1978)
- Ephemera No. 7 (Other Books and So Amsterdam 1978)
- Mirror Box (Stempelplaats Amsterdam 1979)
- Rubber Bulletin Vol. 2 No. 8 (Stempelplaats Amsterdam 1978)
- From Bookworks to Mailworks (1978)
- Van kunstenaarsboeken tot postkunst (1978)
- Mail art and the big monster (1979)
- Rubber Stamp Books (1979)
- Anonymous Quations (VOID Distributors Amsterdam1979)
- In alphabetical order (Cres Publishers Amsterdam 1979)
- Second thoughts (VOID Distributors Amsterdam 1980)
- Names And Adresses “verbal, visual, and aural works 1973-1980” (Agora Studio Maastricht oplage 200)
- Gossip, scandal, and good manners - roduel, schandaal, en goede manieren (Stichting de Appel Amsterdam 1981 oplage 200)
- Verzamelde werken 1980-1 (Galerie da Costa Amsterdam oplage 15)
- T.V. Tonight Video (1987)
- For fans and scholars alike (Visual Studies Workshop Press, Rochester, N.Y. c1987 oplage 200)

In Carrións boeken en projecten wordt op bijzondere wijze een kille, zakelijke structuur voorzien van een emotionele en metaforische inhoud en vormgeving. Zo verhalen zijn gortdroge opsommingen in Arguments over het wel en wee van de liefde. Zijn verhouding met de lezer  ̶  die hij vaak direct toespreekt in het boek  ̶  is persoonlijk en intiem (uit: Metroplis M, Tatatá tatatatá ta Ulises Carrión van Other Books and So).


Ulises Carrión
(omslag en fragment uit: Looking for poetry)

G.J. de Rook en de stempelkunst

Omslag stempelkunst=stamp-art
Koos van Duinen
G.J. De Rook
(uit: stempelkunst=stamp-art)

Peter van Beveren
(uit: stempelkunst=stamp-art)
  
Gerrit Jan de Rook is kunstcriticus en freelance tentoonstellingsmaker. Daarnaast is hij actief als beeldend kunstenaar. In de periode 1973-1976 organiseerde hij een twintigtal exposities van visuele poëzie en mail-art in Nederland en België en vervaardigde hiervoor soms de catalogi die als kunstenaarsboeken kunnen worden beschouwd. Van 1975 tot 1977 hield hij zich vooral bezig met kunstenaarsboeken, stempelkunst en mail art, zoals Stempelkunst = stamp-art (Utrecht ca. 1976), Visuele poëzie (Amsterdam De Nederlandse Kunststichting ca. 1976), Mail art : kunst per post (uitgever s.l. 1977). Stamparttaal, Daylight Press Amsterdam 1976 (Published on the occasion of the Stamp Art Show held at Other Books and so, Amsterdam from april 27 to may 15,1976).
Het kunstenaarsboek (stempelkunst=stamp-art, exp/press Utrecht) zit vol met kunststempels van nationale- en internationale kunstenaars. Met originele bijdragen van Andre Tót (Hongarije), H.R. Huber (Zwitserland en de Nederlander Koos van Duinen (omslag). "Kunststempels hebben duidelijk een internationaal karakter (met Engels als voertaal) en sluiten aan bij het internationale postale kunstenaarsuitwisselingscircuit. Een vrij groot aantal kunstenaars menen op dit moment hun ideeën het best weer te kunnen geven via stempels. Stempels zijn relatief goedkoop en nemen weinig plaats in. Ze kunnen in een vrijwel onbeperkte oplage afgedrukt worden en zijn makkelijk te verspreiden. Stempelkunst is een kunst van 'het heft in eigen handen nemen', van 'zelf je eigen dingen drukken' en werkt zo anti-vervreemdend".

De volgende kunstenaars hebben zich in Nederland met stempelkunst bezig gehouden: Bart Boumans, Ulises Carrión, Pier van Dijk en Robert Joseph, Piet Franzen, Wendela Gevers Deynoot, Michael Gibbs, Claudio Goulart, Hetty Huisman, Franz Immoos, Ko de Jonge, Raoul Marroquin, Jo Molenaar en Rolph Weyburg, Marius Quee, Cees de Rooy, Dik Walraven, Ulay, Ad Gerritsen, Herman de Vries, Peter van Beveren, Ben Sleeuwenhoek, Marten Hendriks.

Vooral Galerie Stempelplaats in Amsterdam met galeriehouder Aart van Barneveld heeft de distributie van stempelkunst in Nederland verzorgd. Hij heeft ook kunstenaarsboeken (o.a. Johan Cornelissen en Hetty Huisman) en in 1978 en 1979 (volume 1 en 2) en 1980 (volume 3) een maandelijks tijdschrift (Rubber Stamp Publications) over stempelkunst uitgegeven. Ook is er een relatie met mail-art, omdat veel enveloppen en kaarten worden voorzien van stempels en beide media hebben een relatief goedkope productiewijze en het in eigen hand nemen van de productie en distributie van kunstwerken gemeen.
 
Ad Gerritsen
(uit: stempelkunst=stamp-art)

De wisselwerking tussen taal en beeld: Michael Gibbs



Fragmenten uit: Selected Pages 1978
Aan het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig kwamen allerlei buitenlandse kunstenaars naar Nederland, of beter gezegd, naar Amsterdam. Om er zich definitief te vestigen of om er een langere tijd te verblijven. Veel Latijns-Amerikanen (zoals Raul Marroquin, Michel Cardena, Flavio Pons, Claudio Goulart, Ulisses Carrión), een aantal Amerikanen (Nan Hoover, Lawrence Weiner), maar ook Engelsen (o.a. John Liggins), Oost-Europeanen (o.a. Marina Abramovic) en IJslanders (o.a. Sigurdur Gudmundsson). Ze kwamen af op het tolerante leefklimaat, op het gunstige subsidieklimaat en omdat Amsterdam de reputatie had van een creatieve, enerverende en stimulerende stad.

Een van de Engelse kunstenaars die ook naar Nederland kwam is Michael Gibbs. Taal was voor Gibbs een fascinerend onderzoeksgebied. Op alle mogelijke manieren pluisde hij de taal uit om te achterhalen hoe zij werkte, wat de betekenis was, welke transformaties mogelijk waren. En niet voor niets nam hij een citaat van Derrida ‘There is nothing outside the text’ op als motto in zijn boek SOMEVOLUMESOFTHELIBRARYOFBABEL (Amsterdam Ex Libris 1982).

Foto: William Allen Art & Poetry Books  London  (©)

Michael Gibbs, Identities 1 & 2 (uit: Kontexts double issue 6 & 7 1975)

Gibbs schreef aanvankelijk veel concrete en visuele poëzie die hij onder andere publiceerde in het door hemzelf uitgegeven kunstenaarstijdschrift Kontexts (later veranderd in Artzien). Een tijdschrift waarvan kunstenaars richting en inhoud bepaalden, soms met eigen kunstbijdragen. Hieronder een compleet overzicht van tijdschrift Kontexts:


No. 1. Univ. of Warwick, Spring 1969. Ed. 250 copies, this copy no.241. Mimeo printed brown paper envelope, containing 8 poetry cards printed in black on different coloured stock (215 x 146mm); each entitled Kontext 1 through to 8 . Poems and graphics by Michael Gibbs (Avenue, o/I, mark top left from envelope), Andrew Belsey (Paranoia),Paul Merchant (Poem, Portrait), Alan Shut (Sock it to me baby), Terence McCarthy (Storm), Wendy Opie (Poetree).

No. 2. Leamington Spa, Summer, 1970: Michael Gibbs. Ed. 250 copies. Contributors: Bob Cobbing, Andrew Lloyd, Peter Mayer, Alan Riddell, Gerald Rocher, Paul de Vree, Nicholas Zurbrugg, Dom Sylvester Houedard.

No. 3. Summer 1971. limited ed. of 200 on colored paper. Contributors: Jeremy Adler, Peter Finch, Gibbs, Nico Mann, Peter Meyer, Clemente Padin, G.J de Rook, Miroljub Todorovik, Timm Ulrichs, Edgardo Antonio Vigo, Nicholas Zurbrugg; cover by Cobbing ('found sound poem'). Includes blue fingerprint design and letterpress foil poem.

No. 4. Winter 72/73. Limited ed. of 250 copies. Printed: Beau Geste Press. Contributors: Richard Kostelanetz, Dan Graham, Hammond Guthrie, Ken Friedman, Robert Lax, John Giorno, Linda Bandt, Wally Depew, Amelia Etlinger, Michael J. Phillips.

No. 5. Exeter: Michael Gibbs, n.d. Printed: Beau Geste Press. Contents: 4 East European poets (Jiri Valoch, Karel Adamus, Toth Gabor, J.H.Kocman); also Gibbs, Finch, Cobbing, Jochen Gerz, Ulisses Carion etc.

No. 6/7. 1975. limited ed. of 400. Contributors: Ulises Carrión, Clavin, Gibbs, Hutchins, John Liggins, Betty Radin, Stephen Williams.

No. 8. Amsterdam, Spring 1976. Ed. Gibbs & Carrion. Tabloid newspaper format. Contributors: Jackson Mac Low; Henri Chopin; Arrigo Lora-Totino, Liggins et al; together with a report from Le Colloque de Tanger, plus extracts from an interview with William Burroughs by Gerald Minkoff, a photograph of Burroughs looking into a Dream Machine, and 2 full-page b/w photos of two collages from 'The Third Mind'. Reviews largely by Carrion including his review of Gibbs's book Accidence which was thought to be designed with Carrion.

Nos. 9/10. (last publ.). Amsterdam, Winter 1976/77. Ed. Michael Gibbs. Contributors: Dick Higgins; bp Nichol; Peter Mayer; Bill Bissett; Carrion; Robin Crozier; Ladislav Novak; Nicholas Zurbrugg . 

Gaandeweg ging hij zich ook toeleggen op het gebruik van taal in beeldende kunst: in fotografie, videokunst en performances. Zijn eerste performances hadden te maken met klankpoëzie. In 1977 heeft Gibbs de catalogus Kontextsound (Kontext publications oplage 1.000) samengesteld voor de tentoonstelling 'tekst in geluid festival' in het Stedelijk Museum Amsterdam. Zie meer hierover: Kontextsound Stedelijk Museum Amsterdam.
 
Fragment uit: LANGWE JART 1978
Gibbs raakte meer en meer in de ban van de wisselwerking tussen taal en beeld, waarbij vooral de relatie tussen de begrippen ‘aanwezigheid’ en ‘afwezigheid’ hem uitdaagde. Gibbs gebruikte het boek als metafoor, getuige zijn uitspraak ‘everything in the world exists in order to end up as a book, het mag duidelijk zijn dat dat ‘boek’ ook een tekening of foto kon zijn. De kijker werd voortdurend met iets geconfronteerd, dat naar iets anders verwijst. Het ene medium geeft steeds vorm aan het andere, het beeld aan de taal en omgekeerd. "Ik heb een emotionele relatie met boeken, een soort Haat-liefdeverhouding. Het boek is voor mij een metafoor, een erotisch symbool" (bron: catalogus The Absent Words 1980).


Foto: William Allen Art & Poetry Books  London  (©)

De vorm van zijn boeken, die hij over het algemeen in eigen beheer uitbracht, is eenvoudig; gestencild of gedrukt op goedkoop papier, bijeengehouden met een eenvoudig bandje of met nietjes en nergens pretentieus (bron: Stedelijk Museum Amsterdam n.a.v. het overlijden van Gibbs in 2009). Een voorbeeld is Selected Pages (Kontexts publications 1978 oplage 300/26). Gibbs heeft hierin stukken uit zijn boeken overgenomen, gespeeld met lettercomposities en zelfgeschreven teksten afgedrukt. Het geheel wordt afgewisseld met foto's. Dit kunstenaarsboek geeft een boeiend overzicht van zijn oeuvre. Kunstenaarsboeken en publicaties die binnen Kontexts zijn uitgegeven kunnen geraadpleegd worden op: Kontexts publications. Hieronder een opsomming van de uitgaven van Gibbs binnen Kontexts en andere kunstenaarsboeken:

Life Line (Kontexts Publications, Exeter 1972)

Connotations (Second Aeon Publications, Cardiff 1973)
Extinction (In-Out Productions, Amsterdam 1974)
5 coloured alphabets in black and white (Guy Schraenen Editeur, Antwerp 1975 oplage 500)
Accidence (Daylight Press, Krommenie 1975 oplage 125)
Pages (Kontexts Publications, Amsterdam 1976 oplage 100 gen./ges.)
Accidence (Daylight Press, Amsterdam 1976)
Limits (Kontexts Publications, Amsterdam 1977 oplage 200 gen. en 18 ges. copies lettered a t/m q)
Deciphering America : a travelling collection (Kontexts Publications, Amsterdam 1978
Selected Pages (Kontexts Publications 1978 oplage 300 gen. en 26 ges. copies lettered a t/m z)
Pages 2  (Editions Da Costa, Amsterdam 1978 oplage 20 gen./ges)
LANGWE JART (Michael Gibbs en Bill Gaglione 1978)
Wounded Book (Kontexts Publications, Amsterdam 1979 oplage 100 gen.)
Cancellations (Stempelplaats Amsterdam 1980)
The Absent Words (Stedelijk Museum, Schiedam 1980)
SomeVolumesFromTheLibraryOfBabel (Editions Ex Libris, Amsterdam 1982 oplage 1000)
Ocean Park (Editions Ex Libris, Amsterdam 1983)
Lives of the Artists (Editions Ex Libris, Amsterdam 1985)
Innocence & Experience (with Claudia Kolgen. AIR, Amsterdam 1992)
Heaven and Earth (with Claudia Kolgen. Camerawork/Street Level 1994)
Legend, Selected texts 1966-84 (Boekie Woekie, Amsterdam 2004 oplage 200 gen.)
All or Nothing / SomeVolumesFromTheLibraryOfBabel (RGAP, Cromford, 2005)




Fragmenten uit: The Absent Words 1980

Peter Baren, opgedragen aan F. Clemente
(bijdrage uit: Artzien 3e jaargang
nr. 1 januari 1981)



Peter Downsbrough
(bijdrage uit: Artzien 3e jaargang
nr. 1 januari 1981 / 4p. centrefold)
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...