Posts tonen met het label Transformers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Transformers. Alle posts tonen

Who the hell is Herman, anyway?


"Herman Live" omslag voor- en achterkant
Begin van de zestiger jaren namen veel kunstenaars die zich bezig hielden met performance, video en fotografie een duidelijk antimuseum standpunt in. "De zestiger en zeventiger jaren gaven ruimte aan de eigentijdse schilder. Wij werden het model, het landschap. Wij keken terug in de ogen die ons bestudeerden. Wij bewogen ons in het beeldvlak, werden betast, voelden hitte, warmte, agressie, eenzaamheid, haat en liefde. Wij 'werden' al die adjectieven waarmee vroegere schilders, kunstenaars en bewonderaars hun werk beschreven.Wij werden het schilderij" (Tony Morgan 1983).

In de periode medio 1976 tot medio 1978 werden in de Appel Amsterdam vooral veel bekende Amerikaanse performancekunstenaars geprogrammeerd. De Britse kunstenaar Tony Morgan hield daar twee performances getiteld "Herman dances alone" (deel 1 1976 en deel 2 1977). Voor deel 1 maakte Morgan kort voor de performance een video over zichzelf en zijn alter ego (Her-man), een melancholiek uitziende dansende ster. De video maakte deel uit van zijn performance, waarin hij deels verscholen was voor het publiek en de video hem aanwezig stelde. Voor deel 2 moest het publiek naar het balkon om de performance te kunnen aanschouwen. Ook hier speelde hij met aan- en afwezigheid, door zich te verschuilen onder het balkon. In 1977 verbleef Morgan eveneens in Corps de Garde in Groningen.

It was during a visit to New York in 1972 with Rebecca Horn, that Morgan gave birth to his alter ego ‘Herman Fame’, identified as being indebted to Lou Reed and the Velvet Underground. His practice was suddenly re-routed toward a more personal quest and a darker type of emotion. Herman was to accompany Morgan throughout the remainder of his career, with constant appearances in video, photography and performance in exhibitions from De Appel and the Stedelijk, to the Musée d'Ixelles under Harald Szeemann and most notably in Jean Christophe Amman’s exhibition Transformer, 1974 (bron: Thomas Dane Gallery 2012).

De catalogus "Herman Live" (Stedelijk Museum Amsterdam cat. nr. 610 1976) die is verschenen naar aanleiding van de tentoonstelling van Morgan in het Stedelijk kan als een kunstenaarsboek worden beschouwd.




Fragmenten uit "Herman Live"

De 'transformer' Luigi Ontani


Luigi Ontani (omslag en titelpagina Jonge Italianen)
De bijdrage van Luigi Ontani aan de catalogus Jonge Italianen (Stedelijk Museum Amsterdam ism Kunsthalle Basel en Museum Folkwang Essen. Sandro Chia, Francesco Clemente, Enzo Cucchi, Nicola de Maria, Luigi Ontani, Mimmo Paladino, Ernesto Tatafiore 1980 oplage 900) is zonder meer het origineelste en creatiefste kunstenaarsboek (afm. 15 x 11,5 cm) van deze uitgave.



Luigi Ontani (fragmenten bijdrage Jonge Italianen)
Hierin zijn foto's van zijn performances (de zogenaamde 'tableaux vivants'), zijn kleine tekeningen in aquarel en inkt van naakte figuurtjes, mythologische en fabelachtige wezens en teksten in facsimile op een bijzondere manier gerangschikt. De 'tableaux vivants' van Ontani zijn statische theaterstukken waarin Ontani door middel van kleding en attributen is uitgedost als een figuur uit de klassieke mythologie, de Bijbel, de beeldende kunst of de literatuur. De ensceneringen resulteren in een performance en/of een foto. De door hem gekozen personages zijn meestal afgeleid van schilderijen en tekeningen. Bij de performances worden ook muziek, literatuur en/of projecties gebruikt. In 1976 bijvoorbeeld voerde Ontani in De Appel Amsterdam het 'tableau vivant' Grillo (Krekel) op, naakt en blazend op een smalle hoorn. In de performanceruimte werden eerdere 'tableaux vivants' en fotomontages geprojecteerd op de vloer en de wanden. Een van die fotomontages was Grillo: Ontani's hoofd en borst met voeten eronder (bron: De Appel Amsterdam).

Luigi Ontani (fragment Jonge Italianen)
De gedachte waarvan Ontani uitgaat, heeft iets wonderlijks naïefs. Als hij iemand uitbeeldt, speelt hij niet zomaar een of andere rol; zijn verbeelding wordt door hem in deze overgedragen omwille van deze persoon. Hij belichaamt het beeld en de mythe en schept daarmee een nieuw beeld, dat als ware alle voorgaande, eerder ontstane vervangt (bron: aanvullende catalogus Jonge Italianen 1980). Ontani behoort net als Luciano Castelli, Jurge Klauke, Wally Stevens, Urs Lüthi en Ulay tot de zogenaamde "transformers". In hun kunst poogden deze kunstenaars op verschillende manieren de maatschappelijk vastgelegde grenzen van de mannelijke en vrouwelijke identiteit te problematiseren, niet uitsluitend door rolverwisseling of door het verkleden maar door de dualiteit van geslachtelijke identiteiten zichtbaar te maken en te behouden (bron: Marga van Mechelen De Appel Amsterdam 2006).

Urs Lüthi op zoek naar zichzelf.

omslag: The desert is across the street




fragmenten uit: The desert is across the street
De Zwitserse (performance) kunstenaar Urs Lüthi begon na een schilderperiode in 1969 met fotograferen om zichzelf in beeld te plaatsen. Door zich te presenteren als een zogenaamde tweelingbroer probeerde Lüthi op zoek te gaan naar zijn eigen identiteit. Deze zoektocht was een van zijn belangrijkste doelstellingen. Door representatie van zichzelf probeert hij door alle mogelijke media (schilderen, zeefdruk, fotografie, video, sculptuur en installatie) zijn eigen ik te doorgronden.

Het medium fotografie is - in tegenstelling tot een schilderij - een preciese afdruk van een moment uit het verleden. Echter wordt de waarheidsgehalte in twijfel getrokken: Lüthi biedt verschillende vermommingen, gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Belichaamt makkelijk verschillende personages. In tegenstelling tot het kunstenaarsduo Gilbert & George die zichzelf verklaarde als kunstwerk, blijft de echte Lüthi buiten ons bereik.

Een accent op zelfverwezenlijking van het individu is een vorm van performance kunst en wordt ook wel Body Art genoemd. Er wordt onderzoek gedaan naar 'identiteit' en naar de externe factoren die daar invloed op uitoefenen. Men streeft naar vrijheid, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit na door het uitspelen van innerlijke conflicten en trauma's, door zelf- en relatieonderzoek en door het doorbreken van lichamelijke taboes. Belangrijke thema's zijn dan ook seksualiteit, lichamelijkheid, angst, eenzaamheid, pijn en schaamte. Vooral androgynie, bi- en transseksualiteit en travestie blijken in belangrijke mate onderzoek naar identiteit mogelijk te maken; werk in deze sfeer wordt wel met transformation art aangeduid. Zie ook de kunstenaars Wally Stevens en Ulay. In de jaren zeventig werkte Ulay wel samen met Lüthi, bijvoorbeeld in De Appel Amsterdam: Keine Möglichkeit 2 Platzwunden (1975). Ook de Duitser Jürgen Klauke, de Zwitser Luciano Castelli en de Italiaan Luigi Ontani horen in dit rijtje thuis.

In zijn eerste series foto's uit 1970 posseerde hij met zijn vriend en kunstenaar David Weiss. In 1975 hield Lüthi een (foto) tentoonstelling in De Appel: The desert is across the street. Hiervan is een catalogus verschenen met de gelijknamige titel die als kunstenaarsboek kan worden beschouwd (De Appel Amsterdan en Galerie Stähli Zürich 1975). Hierin zijn foto's van Weiss en foto's van Lüthi met zijn vrouw Elke Kilga opgenomen. Het is een realistische weergave van persoonlijke impressies, intieme momenten, met beelden uit hun dagelijkse omgeving. De intimiteit wordt benadrukt door onscherpe en onderbelichtte foto’s. Een boeiend portret.

Wees gewoon jezelf en anders: Wally Stevens

Wally Stevens (Omslag Foto's - Fotografien)

fragment Foto's - Fotografien

fragment Foto's - Fotografien

fragment Foto's - Fotografien
Wally Stevens 1977 De Appel
Wally Stevens wijdt zijn kunstenaarschap al meer dan dertig jaar aan de prangende vraag wat het inhoudt om gewóón jezelf te zijn, gewóón anders te zijn. Rond 1970 begon hij zichzelf in travestie te fotograferen. Toen Willem de Ridder deze zelfportretten in zijn fameuze muziekblad Aloha publiceerde, kreeg zijn kunstenaarschap bekendheid. Wies Smals nodigde hem in 1976 uit voor een fototentoonstelling en performances (Mythomanie I) in De Appel in Amsterdam. Stevens verscheen, gekleed als sadomasochistische "urning" (een man die psychologisch gezien een vrouw is), voor het publiek. Stevens probeerde in 1977 eveneens in De Appel het publiek te manipuleren en zelfs in beweging te brengen door agressieve acties. Gelijktijdig werden een aantal fotowerken getoond. Daarna volgde in 1978 de performance "Het orakel van Amsterdam aanbidt het vraagteken en ik was graag een ballerina I". Naar eigen zeggen wilde hij niet provoceren. Hij wilde ‘gewóón anders’ zijn.

Het publiek echter zag er vooral het gewilde optreden van een excentriekeling in. Daarom stopte hij met deze performances. Er volgde een periode waarin hij portretten van anderen nam. Deze en zijn eigen portretten werden onder meer in 1986 in het Groninger Museum getoond (bron: Erik Hagoort, Metropolis M 2004). Naar aanleiding van deze tentoonstelling is een kunstenaarsboek verschenen: W. Stevens - Foto's - Fotografien (Groninger Museum 1986 oplage 500).

Een accent op zelfverwezenlijking van het individu is een vorm van performance kunst en wordt ook wel Body Art genoemd. Er wordt onderzoek gedaan naar 'identiteit' en naar de externe factoren die daar invloed op uitoefenen. Men streeft naar vrijheid, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit na door het uitspelen van innerlijke conflicten en trauma's, door zelf- en relatieonderzoek en door het doorbreken van lichamelijke taboes. Belangrijke thema's zijn dan ook seksualiteit, lichamelijkheid, angst, eenzaamheid, pijn en schaamte. Vooral androgynie, bi- en transseksualiteit en travestie blijken in belangrijke mate onderzoek naar identiteit mogelijk te maken; werk in deze sfeer wordt wel met transformation art aangeduid. Zie ook de kunstenaars Urs Lüthi en Ulay. In de jaren zeventig werkte Ulay wel samen met Lüthi. Ook de Duitser Jürgen Klauke hoort in dit rijtje thuis.

fragment Foto's - Fotografien
'Het orakel van Amsterdam aanbidt het vraagteken en ik was graag een ballerina' (1978 De Appel)

fragment Foto's - Fotografien

Ulay maakte zichzelf tot onderwerp


Ulay uitnodiging: 'namen, uiterlijkheden, personenruil' 1975
De Duitser Ulay, pseudoniem van Uwe F. Laysiepen, verzorgt in de jaren zeventig performances, vaak zonder publiek en vastgelegd met een polaroidcamera. In 1968 ging Ulay weg uit Duitsland, een voor hem onverdraagzame, vermaterialiseerde samenleving. Hij zocht zijn heil in Amsterdam en maakte zichzelf tot onderwerp. Dit leverde vaak schokkende en obscure beelden op. Centraal staan thema's als identiteit en vervreemding, waaraan hij onder meer vormgeeft door gedaanteveranderingen van zichzelf tot vrouw te fotograferen. Zijn compromisloze en vaak controversiële werk, zoals de fotoregistraties van het operatief verwijderen van een stukje huid uit de onderarm, sluit aan bij dat van Abramovic, met wie hij tussen 1976 en 1988 leeft en werkt. Ook in deze periode vervaardigt hij fotowerken. Ulay: 'Fotografie bevriest een moment in minder dan een 10e deel van een seconde en laat ons dus zien wat we niet kunnen waarnemen. Ik beschouw fotografie als een geweldig aanvullend instrument voor onze visuele waarneming'. Op de vraag aan welke van de beide artistieke vormen, performance of fotografie, hij de voorkeur geeft, antwoordde hij ooit: 'Performance is het leven zelf, fotografie is mijn waarneming van dit leven. Met andere woorden, performance is primaire werkelijkheid, en fotografie is het als werkelijkheid gepresenteerde of zichtbaar gemaakte primaire leven'.

Ulay 'man-vrouw' (bijdrage Transit: 'Mirror / Spiegel / Miroir' 1975-76;
tentoongesteld in Seriaal Amsterdam 1974)
In de periode rond 1974 deed Ulay onderzoek naar de mannelijke en vrouwelijke identiteit door geslachtsverwisseling in de travestie. Hij leefde in een pand dat uitgegroeid was tot een belangrijk ontmoetingscentrum voor travestieten in Amsterdam. De foto's, in dit geval polaroidfoto's die hij in de beslotenheid van deze wereld maakte, hadden een zeer intiem karakter. De reacties op zijn tentoonstelling in Galerie Seriaal Amsterdam waren onbarmhartig. Ulay besloot dat hij in de nabije toekomst geen tentoonstelling meer wilde maken in het commerciële kunstcircuit. Hij kon de kwetsbaarheid en intimiteit die in zijn foto's gelegd waren, niet blootstellen aan de genadeloosheid van de professionele blikken van een kunstminnend publiek (uit: De Appel van Marga van Mechelen 2006).

Een accent op zelfverwezenlijking van het individu is een vorm van performance kunst en wordt ook wel Body Art genoemd. Er wordt onderzoek gedaan naar 'identiteit' en naar de externe factoren die daar invloed op uitoefenen. Men streeft naar vrijheid, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit na door het uitspelen van innerlijke conflicten en trauma's, door zelf- en relatieonderzoek en door het doorbreken van lichamelijke taboes. Belangrijke thema's zijn dan ook seksualiteit, lichamelijkheid, angst, eenzaamheid, pijn en schaamte. Vooral androgynie, bi- en transseksualiteit en travestie blijken in belangrijke mate onderzoek naar identiteit mogelijk te maken; werk in deze sfeer wordt wel met transformation art aangeduid. Zie ook de kunstenaars Urs Lüthi en Wally Stevens. In de jaren zeventig werkte Ulay wel samen met Lüthi, bijvoorbeeld in De Appel Amsterdam: Keine Möglichkeit 2 Platzwunden (1975). Ook de Duitser Jürgen Klauke, de Zwitser Luciano Castelli en de Italiaan Luigi Ontani horen in dit rijtje thuis.

In 1975 was in Galerie 't Venster in Rotterdam een performance van Ulay getiteld 'namen, uiterlijkheden, personenruil'. De polaroids van deze performance werden vervolgens tentoongesteld. Een gedeelte van deze polaroids zijn uitgegeven: Phase white echo. T.B. SHEETS. Ulay 1976 plus (zes ansichtkaarten van polaroid's, Brummense uitgeverij van luxe werkjes 1975). Deze uitgave was ook onderdeel van de Transit publicatie van Maarten Beks: Taal, Beeld, Taal.
Phase white echo. T.B. SHEETS. Ulay 1976 plus
Phase white echo. T.B. SHEETS. Ulay 1976 plus

Phase white echo. T.B. SHEETS. Ulay 1976 plus
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...