Dotremont (fragment uit: Logbook) |
De Cobragroep gaf tevens een mededelingenblaadje uit, ‘Le Petit Cobra’ geheten, waarvan vier nummers verschenen. Hierin vindt men behalve verslagen en mededelingen over interne gebeurtenissen in de groep en de afzonderlijke gebeurtenissen in de groep en de afzonderlijke activiteiten van haar leden, gegevens over eveneens in die naoorlogse jaren ontstane avant-gardistische bewegingen uit vele Europese en zelfs niet-Europese landen. De redactie van dit kunstenaarstijdschrift was ook volledig in handen van Dotremont.
Een andere uitgave waarmee Dotremont een groot aandeel had is de eerste serie ‘Bibliothèque de Cobra’, die in het Frans en het Deens in 1950 bij de uitgever Ejnar Munksgaard te Kopenhagen verscheen onder de naam ‘Artistes libres’ (in het Frans en Deens). De inhoud hierin wordt voornamelijk bepaald door een literaire of theoretische tekst en de illustratie speelt vaak een ondergeschikte rol. De tekst werd meestal verzorgd door Dotremont. De omslag is voorzien van een litho van de betreffende kunstenaar. De kunstenaars waren o.a. Alechinsky, Appel, Constant, Corneille, Jorn en Pedersen. In totaal zijn 15 kunstenaarsuitgaven uitgekomen (bron: Op weg naar spontaniteit, Willemijn Stokvis 2001).
Fragmenten uit: "La Chevelure des choses" |
Reeds voor de oprichting van Cobra in 1948 schilderen en tekenen Jorn en Dotremont samen een serie spontane woord-schilderingen, waarbij zij teksten en beelden met elkaar vermengen. Schrift en beeld zijn daarin soms zozeer met elkaar verweven, sluiten zozeer op elkaar aan, dat zij nauwelijks meer als twee verschillende elementen opgevat kunnen worden. Dotremont: “Te velde maken Jorn en ik een aantal woordschilderingen die wij meenemen naar de conferentie... In sommige schilderijen sloten door mij geschilderde woorden plastisch aan op door Jorn geschilderde vormen”. Zij bleven dit geregeld doen tot in 1953. Veel later, in 1961, werd een hele reeks van deze door de Parijse Galerie Rive Gauche uitgegeven als kunstenaarsboek onder de titel ‘La Chevelure des choses 1948-53’, met een voorwoord van Alechinsky.
Twee andere kunstenaarsboeken met woordschilderingen zijn: ‘Moi qui j'avais’ (i.s.m. Alechinsky, G.Girard Paris 1961, oplage 300 gen.) en ‘Dessins / mots’ (i.s.m. Mogens Balle, Grizanta Fonden 1962, oplage 500).
Begeleidende tekst: "1 2 3 4 5 6 7 8 9 : les chiffres sont des idéogrammes" (fragment uit: Logbook) |
Begeleidende test: "Le mer à boire, le père à manger, les enfants à préparer. (fragment uit: Logbook) |
Begeleidende tekst: "coup d'encre" (fragment uit: Logbook) |
Uitgaande van een gedicht verzon hij nieuwe tekens, die, ontdaan van iedere semantische betekenis, enkel vanwege de grafische schoonheid gecreëerd werden: “Ce que je fais en somme, c'est exagérer la naturelle liberté de l'écriture”. Het is een artistieke werkwijze, waarbij het handschrift, als seismograaf van de menselijke psyche, om zijn picturale waarde aangewend wordt. De logogrammen zijn een vorm van visuele poëzie, het zijn ‘tekeningen van woorden’ of ‘taalschilderijen’. Elementen uit het schrift, letters van het alfabet, leestekens of cijfers zijn op een snelle en spontane manier, met behulp van een penseel gedoopt in Chinese inkt, geschilderd. “Mes logogrammes sont d’une spontanéité absolue, globale, jamais le texte n’est préétabli; jamais l’écriture n’est retracée (…); je veux que l’invention verbale et l’invention graphique se déterminent autant que possible l’une l’autre. Ce sont des manuscrits originaux. Ce ne sont pas des calligraphies; calligraphier, c’est, en général, copier un texte” (Christian Dotremont, 1968). Na deze ‘uitvinding’ kwam hij tot een aantrekkelijke symbiose met het werk van andere kunstenaars. Vooral met Pierre Alechinsky bereikte hij toen verbazend knappe resultaten. Alechinsky, die ook veel belang hechtte aan de spontane schriftuur, kwam de interesse voor de kalligrafie volledig tot ontplooiing bij Dotremont. Doordat Dotremont zijn logogrammen bijna uitsluitend in zwart-wit uitvoerde, konden zij telkens op fraaie wijze geproduceerd worden in de aan zijn werk gewijde publicaties en in het in 1974 te Parijs verschenen kunstenaarsboek ‘Logbook’ (Yves Rivière, oplage 1.500 gen.).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten