De wereld van de droom: Hreinn Fridfinnsson




Hreinn Fridfinnsson 1977
"...What left the strongest impression on me were her arms,
so unworldly, so totally deprived of activity..."
De IJslandse conceptuele kunst is een begrip op zich. Het is verfijnd en kenmerkt zich door de ernst en de lyriek. De kunstenaar Hreinn Fridfinnsson woont en werkt vanaf 1971 in Nederland en wordt in kunstkringen beschouwd als een belangrijk conceptueel kunstenaar. Van 1972 tot 1975 was hij net als Sigurdur en Kristján Gudmundsson verbonden aan het In-out Center te Amsterdam. Paradoxaal genoeg weinig gekend bij het grote publiek. Misschien is dat gelegen aan zijn grote discretie en zijn geïsoleerde activiteit tot het begin van de jaren 70. Van 1960 tot 1970 werkte hij voornamelijk in IJsland waar hij vooral fotografisch werk toonde. Hij is één van de oprichters van de kunstenaarsgroep SÚM en de gelijknamige galerie in 1965, samen met Sigurdur Gudmunsson, Dieter Roth (de Fluxuskunstenaar die een tiental jaar in IJsland woonde) en een groep “vernieuwende” IJslandse kunstenaars. De tentoonstellingen van SUM in Reykjavik zorgden ervoor dat de hedendaagse IJslandse kunst zich zowel lokaal als op de internationale artistieke scène kon laten gelden (bron: Galerie Meessen De Clercq Brussel). 

Sigurdur Gudmundsson: "Hreinn Fridfinnsson’s art is pure poetry". De kunsthistoricus Jean-Christophe Ammann merkte in 2000 eens op: "Hreinn Fridfinsson is a poet. He "speaks" to us about the light, the wind, the landscape, about the rocks and crystals, about the gravity and about sentiment". Zijn werken zijn geworteld in een door dichterlijkheid en radicale vormideeën getemperde conceptuele kunst. Ver van alle trends, heeft Fridfinnsson het opzichtige altijd verworpen ten voordele van het idee. Zijn laatste tentoonstellingen lieten allemaal intense creaties zien, die rekening houden met de fysieke kenmerken van een ruimte. Zijn werken zijn allegorieën van broosheid, verdwijning (of verschijning) en in tegenstelling tot tal van conceptuele werken niet van emotie verstoken.

Veel werken zijn geïnspireerd op de wereld van de droom. Heel karakteristiek is het prachtige kunstenaarsboek (Zonder Titel), die hij heeft uitgegeven bij de tentoonstelling "Ça va? Ça va, 4 constats islandais" (Musée National d'Art Moderne/Centre National d'Art et de Culture Georges Pompidou, Paris 1977). Hierin zijn foto's afgedrukt op doorzichtig papier van een vrouw en begint Fridfinnsson met de volgende tekst:

"Once I met a young goddess in a dream. It happened as follows: I was haymaking in the field as usual, and for some time I had noticed a single, exceptionally brigt star that appeared to be hovering low in the sky. Suddenly I saw it descending fast, and in a moment it had landed in the field close by. I was not aware of any sound, but it sent the hay flying around as thought in a whirlwind. I waited for the hay to settle and hesitantly went near to investigate. What I discovered was a flock of exhausted birds, all wearing harnesses and connected to a heap of silk-like material. And in the middle of that heap I found a small open cariage in which a young goddess was reposing. I had the feeling that she had come to see me, but she didn't move nor even look at me. And I was too overcome with wonder to do anything but gaze at her, and soon the whole thing faded away. What left the strongest impression on me were her arms, so unworldly, so totally deprived of activity.
I frequently try to recollect this vision".

Een reis door tijd en ruimte: Sigurdur Gudmundsson


Omslag en fragment uit: Journey-Book
De uit IJsland afkomstige kunstenaar Sigurdur Gudmundsson woont en werkt vanaf 1970 in Nederland. In de jaren zestig en zeventig ondergaat Gudmundsson de invloed van de fluxusbeweging en de conceptuele kunst. Vanaf de jaren zeventig gaat hij zich bezighouden met 'geensceneerde fotografie' waarin hij zelf figureert. In deze 'romantische beeldpoezie' over persoonlijke gevoelens en verlangens gaan humor en ernst samen. Tussen 1974 en 1982 maakt hij een serie fotowerken, die hij Situaties noemt die melancholiek en clownesk van toon zijn. Het zijn vaak droogkomische Fluxus-achtige variaties op het alledaagse. 'Mijn werk komt voort uit een bron die gevoelsmatig is en waarvan ik geen verklaring kan geven. Het idee dat nodig is om het werk uit te voeren wordt getoetst aan dit basisgevoel. Zo hoop ik in elk nieuw werk dit grondgevoel gestalte te geven. En dat kan alleen door mijzelf uitgebeeld worden.'

Gudmundsson vergeleek zijn werk ooit met het maken van een reis door tijd en ruimte. Heel even grijpt hij in en maakt een idee, gedachte of gevoel zichtbaar in fotowerken en sculpturen. In dat ogenblik voelt hij zich vrij en hoopt dat ook de beschouwer zichzelf de ruimte geeft. Zijn kunst is allesbehalve een mededeling of een gecodeerde beeldtaal die te kraken is als een rebus. Dit alles lijkt Gudmundsson te symboliseren in het kunstenaarsboek Journey-Book (onderdeel tentoonstelling: Ça va? Ça va, 4 constats islandais, Musée National d'Art Moderne/Centre National d'Art et de Culture Georges Pompidou, Paris 1977). Dit boek bestaat slechts uit witte lege pagina's met slechts één foto waarop Gudmundsson staat afgebeeld. Hij lijkt ergens naar onderweg te zijn. Evenals de lezer van het boek. Al bladerend zijn we naar iets op zoek en komen we onverwachts Gudmundsson tegen. Hij kijkt ietwat verstoord achterom. Heel even zijn wij Gudmundsson tegengekomen tijdens zijn reis door tijd en ruimte en geeft de ruimte om ook onze weg te vervolgen.

Van Hoepla tot Waldolala: Wim T Schippers

Voorkant omslag: Van Hoepla tot Waldolala

Achterkant omslag: Van Hoepla tot Waldolala


Fragment uit: Van Hoepla tot Waldolala

Fragment uit: Van Hoepla tot Waldolala
De Groninger kunstenaar Wim T Schippers sloot in de jaren zestig aan bij fluxus, pop art en nouveau réalisme. Met zijn werken hield hij het banale en saaie binnen het domein van de kunst. Vanaf 1964 werkte Schippers voor de televisie, zijns inziens de grootste galerie van de wereld. Hij en zijn medesamenstellers worden, om de persiflages op inhoud, vormgeving en opnametechniek van doorsneeprogramma's, enerzijds beticht van lastering en amateurisme, anderzijds geprezen om hun inventievemanipulatie van de werkelijkheid. Banale zinswendingen en gewoonten weet Schippers effectief te accentueren (bron: Kunst van nu 1995).

In 1967 werd Schippers gevraagd om mee te werken aan een nieuw televisieprogramma voor de VPRO; dit werd het muziekprogramma "Hoepla". In de eerste aflevering van het programma, uitgezonden op 28 juli 1967, liep het model Phil Bloom bloot door het beeld, wat leidde tot veel geschokte reacties. Na de derde aflevering werd het programma stopgezet. Na dit avontuur bij de televisie richtte Schippers zich weer op de kunst en produceerde zijn Pindakaasvloer. Vanaf 1971 werkte Schippers opnieuw voor televisie. Met Ruud van Hemert, Gied Jaspars en Wim van der Linden bedacht hij "De Fred Hachéshow" en een show met Barend Servet "Barend is weer bezig". Schippers was verantwoordelijk voor de teksten en het decor. Voor het personage Sjef van Oekel (gespeeld door komiek Dolf Brouwers) betekenden deze beide programma's een doorbraak op het scherm. De beide shows, waarin sociale conventies en taboes werden doorbroken, waren vooral onder de jeugd erg populair. Vanaf 1974 kreeg Van Oekel een eigen show: "Van Oekel's Discohoek". Naar aanleiding van de televisieshows werden ook een paar singles uitgebracht. In 1978 schreef hij de televisieserie "Het is weer zo laat!", ook wel bekend als "Waldolala", met wederom Dolf Brouwers in de hoofdrol.

In september 1978 was in het Stedelijk Museum Amsterdam een kunst 10-daagse te zien met "Circa 40 uur verdomd interessante televisieprogramma's". De titel van de tentoonstelling was "Van Hoepla tot Waldolala". Ook is er een gelijknamige catalogus verschenen die is ontworpen door Schippers met bijdragen van een aantal medewerkers. Deze uitgave is vormgegeven als een VPRO-gids met daarin het 10-daagse programma. Deze uitgave kan als een kunstenaarsboek worden beschouwd.

Het fluxusboek van Roland Topor

   
Voorkant omslag Souvenir met bandrol

Fragment Souvenir

Fragment Souvenir

Fragment Souvenir

Fragment Souvenir

Achterkant omslag Souvenir zonder bandrol
Roland Topor was een Franse tekenaar, schilder, schrijver en filmmaker, die bekend stond om het surrealistische karakter van zijn werk. Schreef toneelstukken, boeken en korte verhalen. Met zijn bizarre tekeningen, schilderijen en litho's probeert hij de angst voor de dood te verdrijven. In de jaren zestig kwam Topor in contact met de Fluxus-beweging. Dit was een los georganiseerde groep van kunstenaars die zich door middel van 'levende kunst', vooral happenings, wilden afzetten tegen de artistieke traditie. Ze dreven de spot met de professionele kunstbeoefening en met de bourgeoismentaliteit.

In 1967 maakte Topor samen met Robert Filliou en Daniel Spoerri fluxus ansichtkaarten. Ook heeft Topor een bijdrage geleverd aan de uitgave "Fluxus, the Most Radical and Experimental Art Movement of the Sixties" van Harry Ruhé (Amsterdam Galerie A 1979). In 1975 was in het Stedelijk Museum Amsterdam een tentoonstelling van Topor. Voor de betreffende catalogus heeft Topor een LP 33 RPM ontworpen (Panic – The Golden Years cat. nr. SM 590 met (foto) bijlagen oplage 500).

Een prachtig kunstenaarsboek van Topor is Souvenir (Thomas Rap Amsterdam 1972). Hierin heeft Topor alle zinnen doorgekrast, waardoor het "fluxus" boek onleesbaar is geworden en daarmee onverkoopbaar. Fluxus ageerde tegen het kunstobject dat alleen maar bestaat om verkocht te worden en om de kunstenaar in zijn levensonderhoud te laten voorzien.

In 1971 stond uitgever Jaco Groot in een Parijs café te praten met de kunstenaar Roland Topor. Het gesprek ging over onleesbare boeken. 'Ik heb zo'n boek gemaakt,' zei Topor, 'morgen, zelfde tijd, zelfde café, breng ik het mee.' Toen Groot het boekje de volgende dag zag, zei hij tot Topors stomme verbazing: 'Dat gaan we uitgeven!' Het boek verscheen bij uitgeverij Thomas Rap, in 1975 gevolgd door een tweede druk bij Uitgeverij De Harmonie. Topor werd door Adriaan van Dis geïnterviewd in diens boekenprogramma. Van Dis overhandigde Topor het onleesbare boek en vroeg hem een stukje voor te lezen. Topor, hierop onvoorbereid, sloeg spontaan een hand voor zijn mond en begon mompelend en onverstaanbaar voor te lezen. Uitgever Groot is de enige ter wereld die weet welke tekst door Topor onleesbaar werd gemaakt (bron: bieslog.vpro.nl).
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...