Dieter Roth

Dieter Roth Omslag voor- en achterkant Boeken


Dieter Roth (fragmenten uit: Boeken )
Samen met Ian Hamilton Finlay, Ed Ruscha en Marcel Broodthaers is de veelzijdige (fluxus, eat art en conceptuele kunst) Duitse kunstenaar Di(e)ter Rot(h) een van de aartsvaders van het kunstenaarsboek. Vanaf de late jaren vijftig begon hij met het publiceren van een eindeloze rij boeken, dikwijls uitgegeven door Hansjörg Mayer in Reykjavik, Stuttgart en Londen. Tijdens die periode vormde Dieter Roth zijn naam om tot 'Rot'. In het duits betekende het 'rood'. In het ijslands had het verschillende betekenissen: ròt (met accent): bedorven, en rot (zonder accent): bewusteloos! Als beeldend kunstenaar is hij vooral bekend geworden met zijn kinetische werken: boeken met bladen waarin verschillende soorten gleuven gesneden zijn, die een veranderd patroon te zien geven als men erin bladert. Deze is o.a. uitgegeven als multipel in de edition MAT (1959), getiteld Book (map met 18-24 bladen van zwart-wit of gekleurd karton met de hand gemaakte sleuven van verschillend formaat).

Dieter Roth (gedeelte van de losse bladen Daily Mirror Book)
Het boek als plastisch eenheid waar van alles mee gedaan kan worden en mogelijkheid tot verspreiding van ideeën neemt in zijn werk een centrale positie in. Hij onderzocht met een veelvoud van technieken en materialen alle mogelijkheden van het kunstenaarsboek: van het strikt conceptuele tot het boekobject. Rot(h) maakt in zijn kunstenaarsboeken uitvoerig gebruik van de woord- en beeldtaal van het stripverhaal, of van 'opgeblazen' fragmenten uit kranten, bijvoorbeeld in Daily Mirror Book (Kwadraat-Blad Steendrukkerij de Jong & Co. Hilversum 1965). Bladzijden uit de Daily Mirror zijn uitvergroot en versneden in vierkante bladen (recto / verso bedrukt). Totaal 60 losse vellen plus dubbele pagina met aantekening van de uitgever. In een brief aan de redacteur van het Kwadraat-Blad schrijft Dieter Roth: 'Zij vormen een deel van een serie boeken, welke ik in het jaar 1962 heb gemaakt van een pak Daily Mirrors […] IN PLAATS VAN EEN KWALITEIT TE TONEN (verrassende kwaliteit) TONEN WIJ KWANTITEIT (verrassende kwantiteit). Ik kwam op dit idee (Kwantiteit in plaats van Kwaliteit) op deze manier: 'KWALITEIT' in ZAKEN (b.v. adverteren) is alleen maar een subtiele manier om zich op Kwantiteit toe te leggen: Kwaliteit in de reclame streeft naar uitbreiding en (ten slotte) macht = Kwantiteit. Daarom willen wij deze keer nu eens Kwantiteiten produceren!' (uit: Concrete poëzie, fluxus en conceptuele kunst: een boekenfrictie).

Roth behandelt papier op een zeer persoonlijke, speelse manier: soms onstuimig en wild, soms rustig en evenwichtig. Eén van de voorbeelden is “Kinderbuch” (Forlag ed Reykjavik) 1957): het ritme en de klank van de kleuren in grote en kleine vlakken is fascinerend. Mijn ogen zijn een mond,verklaarde Rot(h). En in enkele gevallen valt hij het papier aan als een groep termieten : vernietigen tijdens de constructie. Het papier insnijden of uitsnijden. Een prachtig voorbeeld is het kunstenaarsboek Boeken. 120 Köpfe von Dieter Roth (44 Jahre alt), 8 Köpfe von Vera Roth (11 Jahre alt.) uitgeven als catalogus (cat.nr. 577) door het Stedelijk Museum Amsterdam in 1975 (oplage 2.000) met een complete lijst van de boeken. Een groot vel is ongesneden teruggebracht in een boekvorm van 128 pagina's.

Radio Art: Willem de Ridder

Omslag Radio art : the end of the Graven Image

Fragment uit de Radio Art Gids Guide

Interview met Willem de Ridder over radio art in 1988 (gepubliceerd in Abrahadabra)

Radio Kunst verwijst naar het gebruik van de radio als kunst. Kunstenaars gebruiken radiotechniek om artistieke composities te communiceren voor intepretatie aan het publiek. Een alternatieve manier om kunst d.m.v. geluid versus visualisatie te ervaren.

Volgens Willem de Ridder - oprichter van de Radio Art Foundation - ontstond het fenomeen radio kunst in 1924. In dit jaar bevond de aarde zich het dichtst bij de planeet Mars, en stopten alle radiostations met uitzenden om eventuele boodschappen van de rode planeet vooral niet te storen. De Ridder begon met radio-series (VPRO) waarin hij de luisteraars instructies geeft om Fluxwerken uit te beelden thuis of op de straat. Ook werden soms andere kunstenaars gevraagd originele bijdragen te leveren, zoals in kader van het Hollands Festival in 1983. Radio Art Foundation hebben geluidscassettes uit gegeven, zoals met Doodsangsttherapie en in 1981 bij 'The Walk'.

Terwijl de VPRO iedere week een radiokunstwerk uitzendt en de VARA proefnemingen doet met ‘t 3-dimensionale hoorspel zijn er iedere week via de NOS aanwijzingen te horen voor 'The Walk'. Als U over zo'n minicassetterecorder met bijbehorend koptelefoontje beschikt, kunt U een RAR (Radio Art Resonantie) ondergaan die U niet licht zult vergeten. Iedere week wordt er vanuit De Appel Amsterdam vertrokken. Na het ontvangen van voorbereidende instructies, kunt U één, twee of drie cassettes kopen (plus de 64 pagina’s tellende Radio Art Gids (RAG) voor een tocht door Nederland die enkele dagen kan duren. U hoeft alleen maar de instructies op te volgen en voordat U 't weet zit U in de trein, de bus of de boot, op weg naar een onbekende bestemming en zendt de NOS voor U alleen: speciale aanvullende instructies uit'. Klik op: The Walk Introductie door Willem de Ridder.




Willem de Ridder (omslag en fragmenten uit de Radio Art Gids Guide)

De betreffende gids Radio Art Gids Guide (een BulkBoek-special van Knippenberg's Uitgeverij 1981) die De Ridder samen met William Levy heeft uitgegeven kan als een kunstenaarsboek worden beschouwd: 'Welkom in deze Radio Art Gids (RAG). Waarschijnlijk heb je nog nooit iets dergelijks in handen gehad, alhoewel je misschien denkt dat dit een dun boekje, tijdschrift, pamflet of brochure is. Je hebt het mis. Probeer maar eens door de pagina's heen te bladeren en te begrijpen wat er allemaal staat. In het begin denk je misschien nog dat je het allemaal wel kunt volgen, maar al spoedig zal dat je niet meevallen, sterker nog, dan wordt dat onmogelijk. Het grootste gedeelte van de inhoud is onbegrijpelijk, hoe goed je ook je best doet om er wijs uit te worden. Deze pagina's worden pas duidelijk en komen tot leven als je het bijbehorende geluid hoort. Ook bij deze pagina die je op het ogenblik aan het lezen bent hoort geluid. Pas als je bij de radio gaat zitten met deze gids op je schoot en wacht op de dingen die komen gaan (op de aangegeven datum) ervaar je een echte Radio Art Resonantie (RAR)'.

Andere kunstenaarsboeken zijn: Radio art : the end of the Graven Image (Galerie A Amsterdam 1982). Uitvoerig wordt hierin ingegaan over de radio als middel om kunst over te brengen met een aantal voorbeelden. Ook werd gebruik gemaakt van mail-art, bijvoorbeeld in het kunstenaarsboek Instant Audio Demonstrations of De Ridder Works (Radio Art Foundation Amsterdam).

Publicatiefoto van de presentatie van de
eerste Radio Art essay

Waldo Bien

Waldo Bien (omslag: Tierra del Fuego)
Het werk van Waldo Bien is interdisciplinair. In zijn werk spelen sculptuur, tekening, fotografie en installatie allen een gelijkwaardige rol. Bien was één van de studenten van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys.  De beginselen van kunst, oppervlak, ruimte, kleur, figuratie, zijn vergelijkbaar aan zijn leraar Beuys. Zijn theorie startte vanuit een 'Erweiterter Kunstbegriff': het kunstenaarschap dient niet meer opgevat te worden als een beroep – het maken van sculpturen of schilderijen – maar als een houding ten opzichte van de maatschappelijke werkelijkheid en de natuur. Daarbij staat het creatieve denken en handelen centraal. 'Met de theorie van het 'Erweiterter Kunstbegriff' kun je de samenhang tussen mijn objecten en ideeën begrijpen', aldus Beuys. Omdat iedereen in principe deze houding kan aannemen, stelde Beuys: 'Jeder mensch ist kunstler'.

Bien is gefascineerd door de wereld van de Indianen van Tierra del Fuego. Dit nomadisch volk is nu uitgestorven. Wat rest van dit volk zijn de kampplaatsen en vooral de resten van vuren en de afvalhopen van artefacten, etensresten en dierlijke skeletten. Tijdens het verblijf van Bien in 1984 in Tierra del Fuego maakte Bien een reeks tekeningen die zich als een reisverslag laat lezen. De tekeningen worden gemaakt met neolistisch houtskool, d.w.z. de houtskoolresten die Bien vindt in de afvalhopen en de vuurresten - de laatste levenstekenen van het uitgestorven nomadenvolk. De wind is in de stille verlatenheid van de Kaap Hoorn Archipel ongetwijfeld de meest nadrukkelijke afwezigheid. In de stilte van Bien's atelier komt deze wind opnieuw tot leven: een door een electromotor aangedreven blaasbalg stuwt als een long zijn energie naar een drietal fluiten die met hun zacht, maar daardoor niet minder nadrukkelijk aanwezige klaagtoon de ruimte met regelmatige tussenpozen vullen. Dit alles is vastgelegd in het kunstenaarsboek 'Tierra del Fuego' (Bébert/Van Reekum Museum Apeldoorn 1987 oplage 420 gen./ges.). Hierin zijn reproducties van de tekeningen opgenomen met vier z/w foto's van de installatie en een oude foto van een indianengroep.

Bien's 'Tierra del Fuego' kan worden beschouwd als een monument en een kritisch commentaar, dat is gevoed door de eigen ervaringen en waarnemingen en dat is doortrokken van een diepgeworteld besef. Het stelt de westerse positivistische natuurwetenschappelijke mentaliteit van het wezen en de kwalitatieve waarden van (verdwenen) culturen ter discussie.



Waldo Bien (fragmenten uit: Tierra del Fuego)

Dutch Details van Edward Ruscha




De naar het absurde neigende documentatie van op zich zelf heel alledaagse dingen, die in het schilderwerk en grafiek van de Amerikaan Edward Ruscha plaatsvindt, komt nog sterker tot uiting in zeventien kleine fotoboekjes, die hij vanaf 1963 tot 1973 heeft gepubliceerd. De foto's geven per boekje een enkel onderwerp weer (benzinestations, alle huizen aan de Sunset Boulevard in Los Angeles op een meterslang uitklapbaar boek) of bevatten een gedetailleerd verslag van een gebeurtenis (bijv. het werpen van een schrijfmachine uit een rijdende auto). Vrijwel al deze boeken leggen typerende aspecten van de architectuur en de cultuur van Los Angeles vast.

Zijn kunstenaarsboek Dutch Details transponeert deze visie naar de doorsnee Nederlandse woonomgeving. Het is een uitgave van de Stichting Octopus in het kader van 'Sonsbeek Buiten de Perken', 1971 (oplage 3.000). Dit project werd uitgevoerd in mei 1971 in opdracht van het Groninger Museum, Het Centrum in Veendam, Geert Teiscentrum in Stadskanaal en het Museum-Klooster, Ter Apel. Op het voorstel om in kader van Sonsbeek een boek te maken was van Wim Beeren, commissaris van de tentoonstelling Sonsbeek 71, kwam Ruscha in mei 1971 naar Nederland om met een fotoproject bij te dragen aan deze manifestatie. Dat Ruscha instemde met de uitnodiging, tien jaar na zijn eerste bezoek aan Nederland (Amsterdam), had vooral te maken met de mogelijkheid die hem in het vooruitzicht was gesteld een fotoboek te vervaardigen dat in een grote oplage zou worden gepubliceerd door de Stichting Octopus in Deventer (bron: Hans Ebbink, RKD bulletin 2012/2). Voor Ruscha had Beeren de streek rond Stadskanaal in gedachten, een dorp zonder centrum, gebouwd langs een kaasrecht kanaal. Het omvat de gemeenten Veendam, Stadskanaal, Musselkanaal en Ter Apel. De foto's werden alleen genomen bij bruggen en de bruggen zelf werden door de kunstenaar als looppad gebruikt om de foto's te maken met een los in de hand gehouden camera. 'Ik had werkelijk geen idee wat ik moest doen tot ik naar dit land kwam en toen ik hierheen vloog zei de piloot dat hij niet wist wat voor weer het was in Amsterdam. Maar hij zou ons zo spoedig mogelijk alle details meedelen. Dit woord 'details' klikte meteen bij me en ik liet me bij dit project er min of meer door leiden. Ik dacht onmiddellijk 'Dutch Details'. Dat bracht me op het spoor van het hele project' (uit: Sonsbeek 71). De foto's zelf zijn strikt functionele opnamen, zonder bijzondere standpunten of esthetische ingrepen. Zoals Ruscha in een interview met de criticus Eddie Coleman zei: 'I never take pictures just for the taking of pictures; I'm not interested in that at all... I use it to do a job, which is to make a book'.

This is the last of Ruscha's urban landscape books. He devised a system according to which he would photograph the same house six times, first from a distance, then in stages as he moved closer, until the final shot would be a close-up of a detail- a shopwindow display, for example, or a vase of flowers, or a sign. As variations on a single theme, these images of vernacular architecture are consistent with his earlier projects, but his conception of a systematic progression from a broad view to a detail- sometimes so close-up as to be abstract- introduces an explicit temporal dimension that is only implicit in the other books. The unique format of Dutch Details, long and horizontal, may have been inspired by the legendary flatness of the Dutch landscpae and by linear bridges and railings tracing the canals. But it also encouraged an order of visualising the images, in which the left page is to be read from right to left, the right page from left to right. The project for Ruscha was the book; the photographs were a means, not an end (uit: Ed Ruscha Photographer, Steidl/ Whitney Museum of American Art, 2006).









Edward Ruscha (fragmenten uit: Dutch Details)

De verhalende beelden van John Baldessari




John Baldessari
(fragmenten uit: Four events and reactions;
1. Putting a finger in milk. 2. Touching a cactus.
3. Putting out a cigarette. 4. Pushing a plate off a table.)
Vanaf eind jaren zestig was de Amerikaanse conceptuele kunstenaar John Baldessari geen schilder meer in de traditionele betekenis van het woord, maar experimenteerde met foto’s en teksten. Taal, teksten en woorden, afzonderlijk of in combinatie met foto's, vormden het nieuwe materiaal. T.g.v. de tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam in 1975 heeft Baldessari een kunstenaarsboek gemaakt getiteld: Four events and reactions (Centro di Florence 1976). Dit boek bevat geen tekst, maar illustriert alleen reacties van een vrouw naar aanleiding van vier gebeurtenissen. Vier verhaaltjes die telkens zijn opgebouwd uit een gebeurtenis en een reactie daarop. Op de opengeslagen bladzijden houdt aan de linkerzijde de vrouw bijvoorbeeld haar hand tegen een stekelige cactus. Aan de rechterzijde is de gezichtsuitdrukking, de reactie van een vrouw te zien. De fotoseries zijn genaamd: 1. Putting a finger in milk. 2. Touching a cactus. 3. Putting out a cigarette. 4. Pushing a plate off a table.

In deze performance laat Baldessari zijn belangstelling zien voor de dubbelzinnige en symbolische mogelijkheden van beelden. Door middel van rangschikking en montages van verschillende beelden naast elkaar construeert hij een nieuw en meerduidig 'verhaal'. Schijnbaar toevallige verhalende en taalkundige relaties en verbanden tussen de beelden onderling zetten de beschouwer aan tot reflectie over beeldproduktie en -receptie. Met als doel een beroep te doen op het voorstellingsvermogen en de ontvankelijkheid van de beschouwer en het kijken zelf tot kunstwerk maken (bron: Kunst van nu 1995 en collectieboek Van Abbemuseum 2002).

Krijn Giezen




Fragmenten uit:
Krijn Giezen ontwerpen en uitvoeringen van tenten, paardedekken en scheepstextiel
Krijn Giezen was een belangrijke assemblagekunstenaar in de jaren zestig en speelde nadien een pioniersrol in de land art, de ecologische en de conceptuele kunst. Giezen maakt tussen 1961 en 1974 collage-achtige wandobjecten uit zeildoek, stukken leer, huiden, kattrollen en touw. Dit is o.a. vastgelegd in het kunstenaarsboek Krijn Giezen ontwerpen en uitvoeringen van tenten, paardedekken en scheepstextiel (catalogus ism ontwerper/kunstenaar Geertjan Dusseljee bij de gelijknamige tentoonstelling in het Van Abbemuseum Eindhoven in 1974). Het werkproces staat steeds centraal. Doorgaans zijn Giezens kunstwerken functioneel. Zo vervaardigt hij tenten, schuil- en observatiehutten uit stro en riet, paardedekken uit canvas en visnetten, kleding uit vissehuid en allerlei soorten ovens en rookinstallaties. Giezen verdiept zich in de meest elementaire levensbehoeften, zoals wonen, werken, voedsel bereiden en kleden, en leert van de boer, de visser, de jager en de ambachtsman (uit: Kunst van nu 1991). Treffende voorbeelden zijn te vinden in de mailorder catalogus die hij in 2004 maakte voor de Stroom manifestatie 'De Zee, het Strand en de Haven'.

Krijn Giezen (fragment reparaties en uitvindingen)
In foto's, tekeningen en kunstenaarsboeken registreert Giezen de handigheden uit de praktijk van alledag. Een voorbeeld is het kunstenaarsboek Reparaties en uitvindingen : geregistreerd door Krijn Giezen (Smiet Den Haag 1976). Het boekje bevat korte notities en tekeningen van vindingrijke oplossingen en visuele resultaten voor verschillende gebruiken en beroepen. Zoals de metaalbewerker die een nieuwe vinger van staal voor zichzelf heeft gemaakt. Of oplossingen voor de afvoer van regen bij de zeilmaker die zeil gebruikt of langs een spoorbaan waarbij er gebruik is gemaakt van een stuk spoor. De arts die zijn trapleuning repareert met leukoplasttape en de kunstenaar die van gebroken glazen kunstwerken broeikassen maakt.

Krijn Giezen (omslag meubels : furniture)
Verder zijn in het kunstenaarsboek Krijn Giezen : meubels : furniture (Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in Cultureel centrum 't Hoogt, Utrecht 1981) foto's te zien die betrekking hebben op de manier waarop de mensen met meubels omgaan. Giezen documenteert hierin hoe mensen, waar ze ook zijn, een comfortabel zitplaatsje voor zichzelf creëren met simpele, gevonden middelen. Giezen hierover: 'Wat mij interesseert: hoe gaan mensen met materialen om, wat doen ze ermee. Daarom wordt ik zo geboeid door werkketen, die typische ingerichte ruimtes, die stralen iets uit van de gebruiker'.

De maskers van Paul de Vree

In Nederland zijn vanaf eind jaren vijftig tot in de jaren zeventig een aantal periodieke uitgaven verschenen met bijdragen van kunstenaars die zeker onder de noemer kunstenaarsboeken geplaatst kunnen worden, waaronder Barbarber (tijdschrift voor teksten), het tijdschrift Fandangos (werd in 1973 opgericht door Raul Marroquin, samen met Marjo Schumans en Anton Verhoeven en uitgegeven van 1973-1978 door Agora Studio Maastricht) en het kunstenaarstijdschrift Kontext (1967-1977) van Michael Gibbs (zelf uitgegeven: Kontexts Publications), later veranderd in Artzien (1978-1982).
Een ander belangrijke uitgave is Subvers, tijdschrift voor (onder meer) konkrete poëzie van Hans Clavin. Hij richtte een eigen uitgeverij op, de Subvers Press, waarbij hij onder andere van 1970-1976 zijn eigen tijdschrift Subvers liet verschijnen. Er zijn twaalf edities verschenen, waarvan zeven gewijd aan één kunstenaar.

Eén van de kunstenaars was de Belg Paul de Vree. De Vree was dichter en beeldend kunstenaar. In zijn oeuvre kunnen we verschillende opeenvolgende periodes onderscheiden. Nadat hij in het begin van de jaren vijftig definitief brak met het schrijven van traditionele poëzie doorliep hij de volgende stadia: audiovisuele poëzie, concreet-visuele poëzie, visuele poëzie en de poesia visiva. Die inhoud draait rond de polen eros (liefde, geborgenheid, euforie) en erosie (dood, vergankelijkheid) en in het verlengde daarvan rond de tegenstellingen rust (aangepastheid, welbehagen, aanvaarding, verinnerlijking) en ontbinding (onaangepastheid, drift, weigering, aanklacht). Centraal in zijn werk staat ook een maatschappelijk (sociaal-kritisch) engagement. Hiervoor gebruikte De Vree vooral beeldmateriaal uit de massamedia. Die beelden worden becommentarieerd met een soms ironische of satirische tekst. Zo wou De Vree via allerhande associaties het geweten en het bewustzijn van de kijker aanspreken (uit: MUHKA).

Paul de Vree (fragment uit: Maskers)
Over de uitgave 'Maskers' schrijft dichter en beeldend kunstenaar Ranaat Ramon: 'Elk blad toont acht maskers, die op grafisch vernuftige en ritmische wijze als versregels worden gepresenteerd. Telkens vier zwarte maskers met witte ‘ogen’ en zwarte tekst daarin, en vier andere vice versa; de laatste twee bladen tonen maskers die, verticaal gedeeld half wit half zwart zijn. Op elke oog is een woord of een woordfragment aangebracht. De teksten – vijf Nederlandstalig, zeven Engelstalig – vormen telkens per blad een geheel, een zin van zestien tot negentien woorden/lettergrepen'.

Opsomming van de Subvers uitgaven:

Subvers 1. De Vree, Carrega, Joseph, Vigo, Damen, Sarenco, Bory, Kurtz, Insingel, Padín, Finch, Clavin, Ferguson, Scaccabarozzi, Van Es, Höhner, Megson, Valoch, De Rook, Tiziano, Niccolai, Spatola, Stikker, Moineau, Luken, Todorovič, Ockerse (Subvers Press IJmuiden 1970)
Subvers 1 1/2.Gomringer, Bense, Fahlström, Garnier, De Vree, Damen, Blaine, Vanderlinde, Williams, Sarenco (Subvers Press IJmuiden 1970)
Subvers 2 Hans Clavin, Porno-graphic poetry (Subvers Press IJmuiden 1971)
Subvers 3+4 Poster Poems. Bertini, Bory, Clavin, Damen, Lichtenauer, Nannucci, Perfetti, Valoch, Targowski, Todorovič, Wabl (Subvers Press IJmuiden 1971
Subvers 5 Herman Damen, Two phonographies (Subvers Press IJmuiden 1972)
Subvers 6 Peter Meijboom, Geschichte (Subvers Press IJmuiden 1972)
Subvers 7 Genesis P-orridge COUM (Subvers Press IJmuiden 1972)
Subvers 8 Herman de Vries, On language (Subvers Press IJmuiden 1972)
Subvers 9+10 Hans Clavin, L'angerie (Subvers Press IJmuiden 1973)
Subvers 11 Paul De Vree, Maskers (Subvers Press IJmuiden 1973)
Subvers 12 Afscheidsnummer (Subvers Press IJmuiden 1976)

De verhalende stijl van Jan Voss



Jan Voss 'A Change Of Air' 2005

De Duitse kunstenaar Jan Voss, één van de oprichters in 1986 van de kunstenaarsboekenwinkel Boekie Woekie in Amsterdam, is een verhalende kunstenaar. Voss maakt kunst die hoort bij de ononderbroken stijl: kunstenaarsboeken die ons een doorzichtig verhaal tonen, dat gevolgd wordt door gebeurtenissen. Voss is ook boekkunstenaar bij uitstek. Hij heeft meer dan 100 kunstenaarsboeken gemaakt. De boeken zijn kleurrijk, conceptueel en soms heel humoristisch. Voor hem zijn boeken een belangrijke kunstvorm. Het is een  manier om, met behulp van de offset druk, zijn (verhalende) stijl volledig tot zijn recht te laten komen.

'I take the printing process as a medium. In the beginning I came into this by drawing. In the middle of the 70’s, I discovered that the printing in itself could be used as a vehicle for your stories, when you move away from your fantasy to a more given structure. I cannot really change the process of the offset machine, but I can try to analyse what is actually happening there. What is it that makes the picture look like it does when it comes out ? If you consider all the components of the machine and if you then start to move them around and change them, you can come to an interesting result' (bron: Mechanical storytelling, Gerrit Rietveld Academie 2010).




Omslag en fragmenten uit: Brief Marks
(902 tekeningen gedrukt op 10
geperforeerde en gegomde vellen)
Een selectie kunstenaarsboeken uit de jaren zeventig en tachtig zijn:

- Pissbuch (by Young Voss which Jan Voss once was, Düsseldorf 1971 oplage 300)
- without title (Reykjavík Amsterdam 1974 oplage 100 gen./ges.)
- Lockere Schrauben (Rainer Verlag Berlin 1974)
- Conversation by Einar Gudmundsson + Jan Voss (H. Mayer, Reykjavík Amsterdam Berlin 1975 oplage 100)

- Bilder Vom Rauchenden Lauf (Stuttgart London Reykjavík 1975 oplage 500 gen.)
- Ein Schaf (Zurich 1976)
- Türme : 41 (Rainer Berlin 1976)
- Pause (Reykjavík 1977 oplage 111 gen./ges)
- Frühstück (Berlin 1978 oplage 250 gen./ges.)
- Fussnoten (Berlin Zürich 1975 oplage 180 gen./ges)
- Hin + Her (many small blank pages and a handdrawn figure on the fore edge which seems to move back and forth when one handles the book 1978)
- Brief Marks (Kontexts Publications Amsterdam 1979 oplage 300 gen. en 26 gen./ges.)
- Can (Chicago 1979)

- Pause (1979)
- Streifen Bzw Detour (Chicago 1979 oplage 10 gen./ges.)

- Ignis (Sizzer Press Rejkjavik 198?)
- Kein Vorsatzpapier (Seedorn Verlag Zürich 1980)
- Change (Amsterdam 1982 oplage 1.500)
- Allbummel (Zürich 1982 oplage 720/80)
- Wartelist (Amsterdam 1984)
- Af En Toe (Amsterdam 1984 oplage 40 gen./ges.)
- Nadruk (Haags Gemeentemuseum 1984 oplage 1.000)
- Katteloch (Berlin 1985 oplage 111 gen.)

- 25 portretten van mij (Amsterdam : Suzanne Biederberg Gallery 1985)
- Möbiusbandet (Hong Kong Press Göteborg 1986)
- Au! (Hooghuis Arnhem 1987 oplage 60)
- Endless Sunset (Amsterdam 1987)
- Ein Schaf (Amsterdam 1987 oplage 100)
- Me, Row? (or: Miro or: Grosses Kunstgeschichte ) (Amsterdam 1987)
- Meerwärts Steuer! The title of this book is a play on the words Mehrwertsteuer (Value Added Tax) and is the picture story of a man rowing across the sea to arrive at an idea. The picture story begins on the card cover with the depiction of the protagonist possibly driving towards his disembarcation point (Köln 1988)
- Detour One long pen drawing from the front via all the 358 pages to the back cover or, if one looks at the closed book, a short drawing from the front cover via the fore edge to the back cover. The lines of the long version of the drawing cross the fore edge in a way that a recognizable short drawing results (Amsterdam Köln London Recife Stuttgart Zürich 1989 oplage 1.000 gen./ges.)
- Ade (Amsterdam 1989 oplage 100 gen./ges)

Kijk voor een uitgebreid overzicht op: Boekie Woekie Amsterdam.

Jan Voss (omslag Au!)


Jan Vos (omslag Detour)

Concept, humor en poëzie: Ulises Carrión


Concept, humor en poëzie komen in zes uitvoeringen prachtig samen in het kunstenaarsboek '6 plays' van Ulises Carrión. Het boekje is ontworpen en gedrukt door Michael Gibbs en John Liggins bij 'de Drukhuis' in Amsterdam in 1976 en gepubliceerd in een genummerde oplage van 100 door Kontexts Publication ism Other Books & So. Klik op de foto voor een vergroting van de foto.






Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...